Tijd voor de kaart

1 oktober 2022
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2022
Open kaart
cartografie
Opinie
Figuur 1: Kaart uit het rapport van Edmund Charles Wendt uit 1885. Vergroting aangebracht door auteur.

Tijd weergeven op een kaart is een uitdaging voor veel geografen en cartografen. De hedendaagse oplossingen zijn vaak computergestuurd. Interactieve online kaarten, animaties en time sliders duiken overal op. Hoe gebeurde dit vroeger eigenlijk?

 

Incubatietijd, quarantaine en flatten the curve. De gemene deler van deze inmiddels wereldberoemde begrippen is helder: tijd. Het duurt een aantal dagen tot je symptomen ontwikkelt, wanneer je besmet bent, moet je een aantal dagen in quarantaine. En er moet tijd gerekt worden om de zorginstellingen te ontzien. Dat tijd cruciaal is in de gezondheidszorg,  moge duidelijk zijn.

Open kaart [3]

Dit is de derde bijdrage in de rubriek ‘Open kaart’, van Bart Roelofs, PhD-student met specialisatie gezondheidsgeografie en GIS, aan de Rijksuniversiteit van Groningen.

Ook geografen hebben bij het ontwerpen van kaarten meer dan eens te maken met de factor tijd, en het duidelijk weergeven van veranderingen over tijd is soms best lastig. Denk maar aan het Coronadashboard, dat op veel aspecten nog wat te wensen overliet (zie Geografie april). Toch is dit geen nieuw probleem. Het weergeven van ruimtelijke data over tijd gaat al meer dan een eeuw terug. Bijvoorbeeld als het ging om besmettelijke ziekten. Laten we eens teruggaan in de tijd.

Het moment dat de geografie en de gezondheidszorg elkaar vonden, was halverwege de 19e eeuw. Verbeteringen van de printtechnologie in combinatie met nieuwe ontwikkelingen in de statistiek zorgden halverwege de 19e eeuw voor een explosie aan vooral Britse kaarten.

Als antwoord op de verwoestende cholera-uitbraken werden er kaarten ontwikkeld die moesten helpen deze ziekte te doorgronden en te bestrijden. Voor velen is het bekendste voorbeeld dat van John Snow. Op een plattegrond van Soho-Londen met daarop de spreiding van cholera-gevallen wees hij de Broad-Street pomp aan als mogelijke besmettingsbron. Snow bleek gelijk te hebben en met het weghalen van deze waterpomp was de uitbraak van 1854 in dit stadsdeel voorbij.

Om de cholera-uitbraken beter te kunnen begrijpen, werden er ook kaarten gemaakt die de verschillende uitbraken door de tijd heen lieten zien. Op internationale schaal werd gebruik gemaakt van lijnen of kleuren, waarbij jaartallen de achtereenvolgende (gedocumenteerde) uitbraken aangaven. De kaart uit het cholera-rapport van Edmund Charles Wendt uit 1885 laat met zwarte lijnen, pijlen en jaartallen te zien hoe de cholera-uitbraken zich verspreidden (figuur 1).

Op lager schaalniveau werden andere technieken toegepast. Veelgebruikt waren symbolen, waarbij het formaat van het symbool liet zien in welk jaar de besmetting had plaatsgevonden. Zie bijvoorbeeld de uitsnede van een kaart van een cholera-uitbraak in Oxford, in 1854 (figuur 2). In deze kaart laten de zwarte rechthoeken en vierkanten de cholera-gevallen in 1854 zien, de blauwe rechthoeken de gevallen in 1849, en de blauwe vierkanten die in 1832.

Figuur 2: Cholerakaart Oxford 1854. Vergrotingen aangebracht door auteur.

Voor het weergeven van jaarlijkse uitbraken of een vergelijking tussen twee momenten was dit een goede techniek. Maar moest de tijd nóg gedetailleerder worden weergeven, dan waren er andere oplossingen. En daarvan vind je ook dichter bij huis prachtige voorbeelden.

Zoals de kaart van Gustave Amand uit 1866 over het verloop van de cholera-uitbraak in Amsterdam, waarbij in een taartdiagram iedere week een andere kleur heeft.

Figuur 3: Cholerakaart Amsterdam 1866. Vergrotingen aangebracht door auteur.

Deze kaart toont voor vijftig buurten in Amsterdam de cholera-sterfgevallen, door bij de betreffende week in het taartdiagram in het rood het aantal slachtoffers aan te geven. De bovenste zwarte getallen in de buurten geven het aantal inwoners aan, de onderste het aantal sterfgevallen per 1000 inwoners. Je kunt goed zien dat de cholera in sommige buurten eerder uitbrak dan in andere. En dat er in de ene buurt minder choleraslachtoffers waren dan in andere. Ruimtelijke gezondheidsongelijkheid lijkt van alle tijden.

Door de eeuwen heen zijn er nog diverse pogingen gedaan om tijd weer te geven op een kaart, maar pas met de komst van de computer en GIS nam dit echt een grote vlucht. Zo zijn er op dit moment diverse manieren om de sterfgevallen per week te laten zien, zoals met een tijd-slider of een reeks kaarten in een animatie. Deze technieken zijn nu vaak de eerste keuze, maar evenmin een perfecte oplossing. Met een slider is het bijvoorbeeld niet mogelijk in één oogopslag het verloop door de tijd te zien. Op een digitaal scherm komt zo’n innovatie goed tot zijn recht, maar in gedrukte vorm kom je hier niet ver mee. Dé oplossing is er nog niet. Die zal ongetwijfeld uit de hoek van de digitale technologie komen, maar vergeet niet dat je ook zónder computer een duidelijke tijdkaart kunt maken. Er zijn voorbeelden genoeg, zelfs van 150 jaar geleden.

 

BRONNEN

Figuur 1: Wendt, E.C. e.a. (1885). A treatise on asiatic cholera. Public Domain Mark. Wellcome Collection.

Figuur 2: Wentworth Acland, H. (1856). Memoir on the cholera at Oxford, in the year 1854 : with considerations suggested by the epidemic. University of Glasgow. Public Domain Mark. Wellcome Collection.

Figuur 3: Armand, G. (1866). Kaart aanwijzende de verspreiding der Cholera en het aantal sterfgevallen aan deze ziekte in elk der 50 buurten van Amsterdam. COLLBN Port 27 N 82a. Leiden University Libraries. CC-BY.