Voedselwoestijnen in een land van overvloed

1 juni 2016
Auteurs:
Henk Donkers
Geograaf, aardrijkskundeleraar, wetenschappelijk medewerker, docent geografie/planologie/milieu en wetenschapsjournalistiek, wetenschapsjournalist
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2016
voedsel
Verenigde Staten
Kennis
superstore VS
FOTO: MACK MALE
Superstores met een enorm assortiment liggen aan de rand van de steden, waardoor ze moeilijk bereikbaar zijn voor (arme) stadbewoners zonder auto.

In de Verenigde Staten wonen 23,5 miljoen mensen in zogenoemde food deserts, gebieden waar de bevolking geen toegang heeft tot vers en gezond voedsel omdat er geen supermarkten zijn. Politici, ngo’s en bedrijven proberen daar wat aan te doen, met wisselend succes.

 

Het begrip food desert komt niet uit de VS maar uit Engeland. Daar liet het ministerie van gezondheid in 1995 een studie uitvoeren naar de voeding van lage-inkomensgroepen. Men vond daar gebieden waar bewoners ‘fysieke of economische barrières ondervonden om toegang te krijgen tot gezond voedsel’. Ze woonden te ver van een supermarkt, beschikten niet over een auto of hadden geen geld voor openbaar vervoer (als dat er al was). Ze leden geen honger, maar leefden van minder gezond voedsel, bijvoorbeeld uit blik. In het algemeen aten ze te veel zout, vet en suiker, en leden ze relatief veel aan ziekten als obesitas en diabetes. Deze gebieden werden food deserts genoemd.

In de VS is veel onderzoek gedaan naar dit verschijnsel en komen food deserts relatief veel voor, zowel in de steden als op het platteland. Het Amerikaanse ministerie van landbouw, dat in opdracht van het Congres uitgebreid onderzoek naar het fenomeen doet en een interactieve Food Desert Locator ontwikkelde, hanteert daarvoor twee simpele definities. Op het platteland is sprake van een food desert als mensen meer dan 10 mijl (16 km) moeten afleggen naar de dichtstbijzijnde supermarkt, en in de stad meer dan 1 mijl (1,6 km). Volgens deze definities wonen er 23,5 miljoen mensen in een food desert, van wie 6,5 miljoen kinderen. Van hen wonen er ruim twintig miljoen in steden, de rest op het platteland.

Het betekent overigens niet dat de hele bevolking van zo’n gebied per definitie ongezond eten, want er zijn mensen die bereid zijn verder te reizen of zelf groenten en fruit te verbouwen. Ze moeten er wel meer moeite voor doen en sommige bevolkingsgroepen zijn daartoe niet in staat, zoals ouderen, mindervaliden en mensen met een laag inkomen. Ze beschikken vaak niet over eigen vervoer, hebben geen mensen op wie ze een beroep kunnen doen of hebben geen geld voor openbaar vervoer, voor zover aanwezig.

food deserts VS
Rurale food deserts in de VS (2016)

Platteland

De rurale food deserts liggen grotendeels in de westelijke helft van de VS en verder verspreid in de oostelijke helft. Ze zijn hier ontstaan doordat (kleine) supermarkten het hoofd niet boven water konden houden. Hun afzet is te beperkt. Groothandels willen hen niet of alleen tegen een flinke meerprijs bevoorraden. Dat maakt boodschappen doen duurder. In New Mexico betaaldenklanten op het platteland 85 dollar voor de inhoud van een winkelwagen waarvoor stedelingen slechts 55 dollar hoefden neer te tellen. In de rurale food deserts wonen overwegend ouderen, laagopgeleiden en lage-inkomensgroepen. Door het gebrek aan koopkracht en door de schaalvergroting in de detailhandel hebben de laatste supermarkten hun deuren gesloten. Benzinestations, convenience stores en fastfoodrestaurants zijn in het gat (grocery gap) gesprongen met een beperkt assortiment van bewerkt en houdbaar voedsel. Verse producten bieden ze niet of nauwelijks aan. Mensen die op deze winkels zijn aangewezen, kunnen dus geen gezonde maaltijd samenstellen. Vooral ouderen lijden daaronder vanwege de suikers, vetten, zouten en kunstmatig toegevoegde stoffen in bewerkt voedsel. Bovendien staan hun vaste pensioentjes geen extra uitgaven voor gezond voedsel toe, is hun mobiliteit beperkt, moeten ze vaak voor een zieke partner zorgen of hebben ze geen fut meer om boodschappen te doen of te koken. 

Blanke vlucht

Niet alleen in de dunbevolkte, vergrijsde en verarmde plattelandsgebieden zijn de supermarkten met een breed assortiment aan vers voedsel verdwenen. Ook in de arme wijken van (binnen)steden is dat het geval. Sinds de welvaartsgroei in de jaren '60, de opkomst van de middenklasse en het massale autobezit is het stedelijk landschap ingrijpend veranderd. De welvarende, veelal blanke middenklasse trok massaal naar de suburbs, met in hun kielzog de supermarkten. Die vestigden zich in enorme malls en superstores op goedkope locaties buiten de stad, die goed per auto bereikbaar waren en goede parkeervoorzieningen hadden. Ook veel werkgelegenheid verplaatste zich naar de suburbs. Veel oude buurten in de binnensteden zijn nu verarmd en worden bevolkt door mensen zonder werk of met een laag inkomen. Daardoor en door de krappe winstmarges in supermarkten kalfde het economisch draagvlak voor supermarkten af en haalden ze de drempelwaarde om rendabel te zijn niet meer. Bovendien leidt de hoge criminaliteit (overvallen, inbraken, winkeldiefstallen) tot extra kosten en motiveren de misdaadcijfers winkelketens niet om extra in deze wijken te investeren. Omdat veel mensen geen auto hebben en/of goed en betaalbaar openbaar vervoer ontbreekt, zijn de super-markten aan de rand van de steden voor hen moeilijk bereikbaar geworden. Vooral Afro-Amerikanen en Hispanics worden getroffen door de afwezigheid van supermarkten en het gebrek aan vervoersmogelijkheden (vervoersarmoede).

Benzinestations, convenience stores en fastfoodrestaurants zijn in de grocery gap gesprongen met een beperkt assortiment van bewerkt en houdbaar voedsel

Volgens Joel Berg, de directeur van de New York Coalition Against Hunger, zijn de stedelijke food deserts een gevolg van een falende overheid. Die doet te weinig om steden veiliger te maken, wil de vestiging van supermarkten niet stimuleren met subsidies en fiscale voordelen, en investeert niet in goed en betaalbaar openbaar vervoer.

Redlining

Het gebrek aan supermarkten in binnenstedelijke buurten is mede een gevolg van nog steeds bestaande redlining-praktijken. Redlining begon in de jaren '30. Banken en verzekeringsmaatschappijen maakten toen vlekkenkaarten van buurten. Rondom buurten waarin zij zonder risico’s konden investeren, trokken ze een groene lijn, en rondom buurten waarin ze vanwege de hoge risico’s geen geld wilden steken, een rode lijn. Daartussenin zaten nog buurten die een blauwe of gele lijn kregen. Particulieren en bedrijven in rode buurten konden geen leningen of verzekeringen afsluiten, of alleen tegen zeer hoge rentepercentages of zeer hoge premies. ‘Groene buurten’ waren bijna allemaal blanke buurten aan de randen van steden of in de suburbs, ‘rode buurten’ lagen in de binnensteden en werden bevolkt door Afro-Amerikanen en later Hispanics. Redlining is sinds midden jaren '70 officieel verboden, maar komt in de praktijk nog steeds voor. Rode buurten hebben grote problemen met het aantrekken van investeringen en komen daardoor in een neerwaartse spiraal terecht. Ze hebben een lage status en een slecht imago. De (her)opening van supermarkten in zulke buurten wordt erdoor bemoeilijkt en kan soms niet doorgaan, ook al zijn er voldoende koopkrachtige klanten.

obesitas en aandeel verse groenten en fruit VS
Samenhang tussen het aandeel mensen dat ver van winkels met verse groenten en fruit woont en het aandeel dat lijdt aan obesitas in New York.

Gezondheidseffecten

Mensen in food deserts kunnen moeilijker aan gezond voedsel komen, maar hebben via benzinestations, convenience stores en fastfoodrestaurants wel toegang tot etenswaar. Dat bevat echter te veel vet, suiker, zout en kunstmatige toevoegingen. Dit kan leiden tot ziekten als diabetes, obesitas, verhoogde bloeddruk, kanker en hart- en vaatziektes. Uit diverse onderzoeken blijkt dat er een samenhang bestaat tussen enerzijds de etnische en sociaaleconomische samenstelling van buurten en de aard van het winkelbestand, en anderzijds de gezondheid van de inwoners. Zo komen overgewicht en obesitas veel meer voor in gebieden met voornamelijk convenience stores dan in gebieden met fullservice supermarkten. Fastfoodrestaurants zijn oververtegenwoordigd in buurten met lage inkomens en etnische minderheden. Afro-Amerikaanse buurten tellen gemiddeld de helft minder supermarkten dan blanke buurten. Buurten met veel Hispanics doen het weer beter dan buurten met Afro-Amerikanen: je vindt er meer supermarkten van kleine zelfstandigen of kleine ketens, maar geen full-service supermarkten met een breed aanbod van verse groenten, fruit en zuivel. Dat wordt weerspiegeld in het aandeel jongeren met obesitas. Onder blanke jongeren ligt dit op 16,3 procent, onder Mexicaans-Amerikaanse vrouwen op 20 procent en onder zwarte vrouwen zelfs op 28 procent. Food deserts zouden wel eens een thema kunnen worden voor de ‘Black lives matter’-beweging in haar strijd voor meer gelijkheid tussen blank en zwart.

Kritiek

Het begrip food desert is een aansprekend concept, maar ondervindt ook kritiek. Zo zou de focus te veel op symptomen liggen en niet op de onderliggende oorzaken. De afwezigheid van supermarkten zou geen oorzaak van ongezonde voedingspatronen zijn, maar een gevolg. Food deserts zouden niet bestaan omdat er onvoldoende aanbod is, maar omdat er te weinig vraag is en winkels die gezond voedsel verkopen er dus niet gedijen. Veel Amerikanen, en dan vooral Amerikanen in de armere stadswijken, zouden niet kiezen voor gezond eten omdat ze een voorkeur hebben voor zoet, vet en zout eten, of daar zelfs verslaafd aan zijn.

Economen wijzen erop dat de vraag naar ongezond dan wel gezond voedsel niet gevoelig is voor schommelingen in prijs en aanbod (inelastische vraag). De consumptie van ongezond voedsel zou niet substantieel afnemen als er een gezond alternatief wordt aangeboden. Vanuit een oogpunt van volksgezondheid is het daarom beter de vraag aan te pakken dan het aanbod. Alleen het (her)openen van een supermarkt, al dan niet met subsidie, heeft dus weinig zin als er geen flankerende maatregelen zijn zoals gezondheidsvoorlichting op scholen en in ziekenhuizen. Dicht bij een supermarkt wonen maakt kinderen niet per se dun, en dicht bij een fastfoodrestaurant wonen niet per se dik. Er is geen monocausaal verband tussen (a) de toegang tot gezond voedsel c.q. de aanwezigheid van supermarkten en (b) de gezondheid van mensen of het optreden van allerlei ziekten. De relatie ligt veel ingewikkelder. Waarom mensen eten wat ze eten, wordt bepaald door allerlei zaken. Zo spelen culturele factoren (bijvoorbeeld eetcultuur) een rol, evenals fysiologische factoren. Veel mensen vinden zoet en zout lekkerder dan zuur en bitter. Daarom kiezen ze liever frisdrank en chips dan groenten en fruit. Ook Nederlanders eten veel te weinig groenten en fruit hoewel het gemakkelijk verkrijgbaar en goedkoop is.

FOTO: THEERIN
Convenience stores bieden een beperkt assortiment aan houdbaar voedsel; verse producten vind je er niet of nauwelijks.

Food oases

‘Maar’, zo zegt Mari Gallagher, die baanbrekend onderzoek deed naar food deserts in steden als Chicago en Detroit, ‘de omgeving doet er wel degelijk toe. Je kunt niet voor gezond voedsel kiezen als je er geen toegang toe hebt.’ Het openen van nieuwe supermarkten – food oases – wordt dan ook gezien als een effectieve manier om de toegang tot gezond voedsel te vergroten. Op nationaal niveau startte de regering Obama in 2010 het Healthy Food Financing Initiative. Er was 400 miljoen dollar beschikbaar om supermarkten naar food deserts te lokken. Het programma was gekoppeld aan Michelle Obama’s Let’s Move-campagne om obesitas onder kinderen aan te pakken.

Daarnaast zijn er maatregelen van lagere overheden. Zo zijn met goedkope leningen uit het Pennsylvania Fresh Food Financing Initiative in totaal 58 nieuwe supermarkten geopend. Een ervan ligt in een food desert in Philadelphia. Steven Cummins van de London School of Hygiene and Tropical Medicine deed onderzoek naar het effect ervan op het koopgedrag en het voedingspatroon van de inwoners. Dat bleek flink tegen te vallen. Mensen waren op de hoogte van de nieuwe supermarkt en vonden dat hun buurt erdoor op vooruit gegaan was, maar slechts weinigen gingen er daadwerkelijk heen. Boodschappen doen is (net als eten) in hoge mate gewoontegedrag en mensen zijn moeilijk uit hun routines te trekken. Ook de hogere prijs van de producten speelde een rol. 

Mensen met lage inkomens zoeken de goedkoopste winkels op, ook als dat meer tijd en moeite kost. Nieuwe supermarkten zijn volgens Cummins slechts een deel van de oplossing. Voor gedragsverandering is volgens hem meer nodig: voorlichting over het kopen en koken van gezond eten, marketing en lagere belastingen, of subsidies op gezond voedsel.

'Wal-mart: it came, it conquered, now it's packing up and leaving'

Hoge ambities

Initiatieven om meer supermarkten te openen in food deserts begonnen vaak hoopvol, maar stokten daarna. Toen Gallagher in 2006 haar onderzoek naar food deserts in Chicago publiceerde, woonden er volgens haar 633 duizend mensen in food deserts. Door de vestiging van nieuwe winkels was dat aantal in 2011 gedaald tot 384 duizend. Dit werd als een groot succes gezien. Drogisterijketen Walgreen had daarin een belangrijk aandeel. Het bedrijf ging in tien food oases vers voedsel verkopen en sprak de ambitie uit dat aantal binnen twee jaar tot vijftig uit te breiden. Walgreen zou het verschil kunnen maken, want het bedrijf heeft 7733 vestigingen in de VS en daarvan ligt 45 procent in food deserts. In 2016 wilde de keten in duizend vestigingen vers en gezond voedsel verkopen, zo verkondigde ceo Greg Wasson in 2011 in het Witte Huis tegenover First Lady Michelle Obama. Het loopt allemaal minder voorspoedig dan gehoopt. In Chicago heeft Walgreen 26 food oases gerealiseerd en in het hele land nog maar honderd. Vooralsnog handhaaft Walgreen zijn doelen, maar blijkbaar zijn de food oases moeilijk winstgevend te maken. Binnen het bedrijf rommelt het ook en verscheidene medewerkers die de food oases moesten realiseren, zijn vertrokken.

Walmart

Supermarktgigant Walmart kwam in 2007 met een nieuwe bedrijfsstrategie. Naast de superstores zouden er twee kleinere winkelformules komen met vers voedsel in het assortiment: Walmart Neighborhood Markets en de kleinere Walmart Express. Het bedrijf opende 218 winkels in food deserts en beloofde in 2011, eveneens in het Witte Huis, vóór 2016 een uitbreiding tot vijfhonderd winkels. Omdat food deserts ook vaak job deserts zijn, wilde Walmart er circa veertigduizend banen mee creëren, veelal parttime. Bij de locatiekeuze hanteerde het bedrijf de Food Desert Locator van het Amerikaanse ministerie van landbouw. ‘Door winkels te openen op plaatsen waar klanten ze het hardst nodig hebben,’ zo verklaarde vicevoorzitter Leslie Dach, ‘wil Walmart bijdragen aan gezondere gezinnen en sterkere gemeenschappen. Iedereen moet toegang krijgen tot een ruime selectie verse groenten en fruit tegen betaalbare prijzen.’

Inmiddels zit ook Walmart in zwaar weer. Begin 2016 kondigde het bedrijf aan wereldwijd 269 filialen te zullen sluiten waarvan 154 in de VS. Het is de eerste sluitingsgolf in zijn 53-jarige geschiedenis. Walmart doet 125 kleine winkels dicht en gaat zich weer concentreren op de superstores. Het is een schrijnende ontwikkeling. De opmars van Walmart had de afgelopen decennia een verwoestend effect op de Amerikaanse detailhandel. Talrijke zelfstandige winkels, filialen van kleine ketens en supermarkten werden erdoor weggevaagd. Nu Walmart uit veel kleine steden en wijken vertrekt, is er vaak geen winkel of supermarkt meer over. ‘Wal-mart: it came, it conquered, now it’s packing up and leaving’, kopte het financiële persbureau Bloomberg begin dit jaar. In 2014 verkondigde Walmart nog trots: ‘How we are fighting food deserts’. Door de recente sluitingen van 23 Neighborhood Markets en 102 Express stores ontstaan er zelfs nieuwe food deserts, zoals in Wichita, Kansas.

Stadslandbouw

Als de detailhandel geen vers voedsel aanbiedt, kunnen bewoners en buurten dat aanbod wellicht zelf organiseren door stadslandbouwprojecten. In veel binnensteden liggen ongebruikte stukken grond. Ze zijn verlaten doordat gezinnen en bedrijven wegtrokken of failliet gingen door de huizen- en economische crisis na 2008. Detroit is daarvan een voorbeeld na het ineenstorten van de autoindustrie. De bewoners die in de stad achterbleven, gingen op braakliggende grond voedsel verbouwen voor eigen consumptie. Sommige initiatieven gingen zelfs zo goed lopen dat ze een surplus konden creëren dat verhandeld wordt op de lokale markt.

Fresh moves
stadsbus Fresh Moves

In 2012 startte een groep burgers in Chicago met de Fresh Moves mobile market Bus. Die ging in twee food deserts tegen betaalbare prijzen verse groenten en fruit verkopen. Na anderhalf jaar stopte het project vanwege zware verliezen. In 2015 blies burgemeester Rahm Emanuel, een vertrouweling van president Obama, het project nieuw leven in. De gemeente doneerde een stadsbus (foto) en betaalt mee aan brandstof en onderhoud. De bus is nu gekoppeld aan een groot stadslandbouwproject in Chicago. De bus verkoopt voedsel dat daar geproduceerd is.

MoonDog Community Farm Denver
FOTO: PERENNIALSPHOTOS COPYRIGHT MICHELLE MOCKBEE
Op de MoonDog Community Farm in Denver kunnen buurtbewoners zelf groente verbouwen en wordt ook geproduceerd voor de verkoop. Milan Doshi, eigenaar van een B&B in de buurt, is een van de klanten.

Stadslandbouw kan niet alleen de afstand tot vers voedsel verkleinen, maar heeft nog andere voordelen. Deze kan bijdragen aan de revitalisering van buurten, lege en verwaarloosde plekken invullen en economische en sociale structuren in wijken versterken. Betrokkenen kunnen hun inkomen ermee aanvullen of hoeven minder aan voedsel uit te geven, raken betrokken bij hun omgeving, bewegen meer en eten gezonder.

Ruimtelijke (mis)match

Een voorwaarde is wel dat er een ruimtelijke match bestaat tussen food deserts en stadslandbouwprojecten. Onderzoek van geograaf Ellen Keating in Philadelphia wees uit dat daarvan nog maar in heel beperkte mate sprake is. Van de 245 woonblokken in een food desert lagen er slechts 21 vlakbij een stadslandbouwproject. Een behoorlijke ruimtelijke mismatch dus.

Dat het beter kan, bewijst een project in Westwood, in het zuidwesten van Denver, Colorado. De wijk was een food desert waar veel arme Hispanics wonen. In 2009 startte hier een community garden met een flinke tuin, een boomgaard, een bijenstal en een kas. Inmiddels is het project uitgebreid tot ongeveer driehonderd arme gezinnen in twaalf buurten die groenten verbouwen in tuinen. Ze worden begeleid door promotoras de salud (gezondheidsvoorlichters), die hen de beginselen van stadslandbouw en gezonde voeding bijbrengen. In 2015 is er een cocina (keuken) bijgekomen voor kookcursussen en gezamenlijke maaltijden, en een coöperatieve supermarkt. Het is de eerste supermarkt sinds de jaren '90, toen de laatste zijn deuren sloot, en een van de eerste in een food desert die bezit is van de gemeenschap. In Westwood wordt het principe van ‘voedsel in, door en voor de gemeenschap’ in praktijk gebracht. Het is een mooi voorbeeld van een goede ruimtelijke match en laat zien dat er een bredere aanpak nodig is dan alleen het (her)openen van een supermarkt.

 

BRONNEN

  • Cummins, S., E. Flint & S.A. Matthews 2014. New neighborhood grocery store increased awareness of food access but did not alter dietary habits or obesity. Health Affairs 33: 283-291.
  • Eisenhauer, E. 2002. In poor health: supermarket redlining and urban malnutrition. GeoJournal 53: 125-133.
  • Gallagher, M. 2011. The Chicago 2011 food desert drilldown. 5th Anniversary edition. Mari Gallagher Research Consulting Group.
  • Morton, L.W. & T.C. Blanchard 2007. Starved for Access: Life in rural America’s food deserts. Rural Realities 1(4).
  • US Department of Agriculture 2009. Access to affordable and nutritious food. Measuring and understanding food deserts and their consequences. Report to Congress.
  • Walker, R.E., Ch.R. Keane & J.G. Burke 2010. Disparities and access to healthy food in de United States: a review of food desert literature. Health Place, 16: 876-884.
Food deserts in beeld
  • Living in a food desert, een video van 46 minuten uit 2015, gaat over de staat Virginia, waar 17,8 procent van de bevolking in een food desert leeft. 
  • The Apple Pushers is een documentaire van 71 minuten uit 2011 over vijf immigranten die in New York City een bestaan proberen op te bouwen door op straat groenten en fruit te verkopen in food deserts. Meer informatie op www.applepushers.com
  • De Food Desert Locator is te vinden op de website van het US Department of Agriculture.