Zichtbaar wantrouwen in participatie rondom datacentra

8 augustus 2024
Nederland
Kennis
FOTO: CHAD DAVIS / FLICKR
Datacenter in Iowa, VS.

Plannen voor een hyperscale datacentrum in Zeewolde hebben de afgelopen jaren veel opschudding veroorzaakt. Centraal staat het wantrouwen dat burgers hebben in de gemeentelijke overheid. Hoe valt dit te begrijpen en wat is hier gebeurd? 

 

De relatie tussen burger en overheid staat de laatste decennia steeds meer op gespannen voet, met conflicten en gevoelens van wantrouwen tot gevolg. Wegens plannen voor een groot datacentrum was dit ook het geval in Zeewolde. Bij de participatie van burgers zagen we een massale beweging ontstaan tegen het datacentrum, waarbij het interessant is dat het niet enkel draaide om de feitelijke tegenargumenten die ze hadden. Er werden volop zorgen geuit over het besluitvormingsproces en daarmee het democratische fundament van de voorgestelde plannen. Deze uitingen staan niet op zichzelf, maar wijzen erop hoe burgers hun overheid wantrouwen. Volgens politiek wetenschapper Dr. Julia Rone van de Vrije Universiteit van Amsterdam zagen we deze zorgen over het besluitvormingsproces ook in het geval van het datacentrum in de Wieringermeer. Het inpassen van datacentra in ons landschap is daarmee niet enkel een ruimtelijk probleem, maar ook een probleem dat politiek en maatschappelijk beladen is. Zeker wanneer gevoelens van wantrouwen kunnen tornen aan het functioneren van onze maatschappij.

Informele participatie

De plannen van de gemeente Zeewolde om een groot datacentrum van techgigant Meta te verwelkomen werden in de loop van 2020 duidelijk bij het publiek. Met deze kennisgeving werden ontevreden burgers ook gemobiliseerd. De participatie die volgde was niet alleen beperkt tot de formele procedures van de gemeentelijke overheid: de media werd betrokken, protesten kwamen op gang en een stichting tegen het datacentrum werd opgericht. Hier is participatie dan ook te begrijpen als het geheel aan acties van niet-overheden die als doel hebben macht uit te oefenen op de leefomgeving. Dat burgers niet enkel blijven bij de geïnstitutionaliseerde routes van informatieavonden en andere participatieprocedures is veelzeggend. Kennelijk was de noodzaak hoog. Nog duidelijker wordt het sentiment door hoe expliciet burgers zijn over hun gevoelens. Zo zei een burger uit Zeewolde het volgende in 2021:

‘We weten inmiddels dat burgerparticipatie in Zeewolde niet veel op de kous heeft’

Het democratische schrikbeeld binnen de planologie is daarmee werkelijkheid geworden. Overigens niet alleen in Zeewolde, want informele vormen van participatie zien we vaak terug. Zo zijn er evengoed actiegroepen opgericht bij de Wieringermeer en zoeken burgers vaker de media op bij ruimtelijke projecten door heel Nederland. Denk bijvoorbeeld terug aan de situatie rondom VDL Nedcar en het Sterrebos, of de actualiteit rondom de ontwikkeling van woningen bij station Driebergen-Zeist. Of dit terecht is doet er daarbij niet toe: dat burgers zich genoodzaakt voelen en mogelijk vaker de overheid wantrouwen is reden tot grote zorg.

Uiteenzetting van wantrouwen

Het wantrouwen van burgers is op meerdere manieren te herkennen in de uitingen die ze hebben gedaan tijdens hun participatie. Dat varieert van gebrekkige communicatie en ontbrekende betrokkenheid van de gemeente, tot gedrag waar burgers worden misleid met ‘sprookjes’ en de gemeente zich volgens burgers incompetent laat blijken. Zo zei een burger in zijn speech tijdens een raadsvergadering in 2021 het volgende:

‘Het vertrouwen in het gemeentelijk bestuur, nota bene juist degene die een luisterend oor zou moeten hebben, is door de kwalijke gang van zaken en het geheimzinnige gedoe van de afgelopen twee jaar tot een zeer laag niveau gedaald’

Deze quote is exemplarisch omdat het laat zien dat wantrouwen in meerdere opzichten te herkennen is, terwijl het wantrouwen tegelijkertijd ook expliciet wordt gemaakt. Het geval van Zeewolde sluit ook aan op een rapport van het Verwey-Jonker Instituut dat is gedaan in opdracht van de Rijksoverheid. Daarin wordt gesteld dat er vijf narratieven (zie kader) zijn in het wantrouwen van Nederlandse burgers, waarbij ieder narratief op verschillende manieren terug te zien is bij Zeewoldenaren. Daarmee past het ook binnen een grotere beweging die we in de maatschappij zien, namelijk hoe de relatie tussen burger en overheid verslechterd is.

Vijf narratieven van wantrouwen

In hun rapport identificeert het Verwey-Jonker Instituut de volgende vijf narratieven van wantrouwen in de verhalen van burgers:

1. Onzichtbaarheid van de overheid
2. Onzichtbaarheid van de burger
3. Ongelijke behandeling
4. Het niet horen van de burger
5. Incompetentie

Toekomst van digitale infrastructuur

Afgelopen februari was er in bestuurlijk Nederland weer aandacht gevestigd op datacentra met de publicatie van het overheidsrapport ‘De staat van de digitale infrastructuur’. In het rapport wordt het beleid en de stand van onze digitale infrastructuur onder de loep genomen. Volgens het rapport zal de inpassing ervan op lokaal niveau de komende jaren tussen hemel en aarde blijven hangen. Overigens is het voor de casus van Zeewolde niet meer relevant sinds de Raad van State eind 2023 de vestiging van datacentra in Zeewolde onmogelijk heeft gemaakt. Dit gebeurde nadat het bestemmingsplan van de gemeente als onuitvoerbaar is bestempeld. Toch is het afwachten hoe andere gemeentelijke overheden zullen handelen. Als er geen lessen worden getrokken uit recente ervaringen zal het nu al bestaande wantrouwen alleen maar groter worden de komende jaren. 

 

BRON

Pieter Spooner is honoursstudent Sociale Geografie & Planologie aan de Universiteit Utrecht en schreef dit stuk naar aanleiding van zijn bachelorthesis.