Grens van twee Zeeuwse eilanden

1 maart 2022
Auteurs:
Dan Assendorp
Fysisch Geograaf bij Hogeschool van Hall Larenstein
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2022
In de kantlijn van het landschap
Opinie
FOTO: DAN ASSENDORP
Sloekreek, gezien vanaf de Quarlespolderweg, parallel aan de N254.

Het zonnigste deel van Nederland is Zeeland. Genoeg reden dus om af te reizen naar deze zuidwestelijkste provincie. Dan moet je wel direct bepalen welk eiland het wordt en of je kiest voor een vaste oeververbinding die deel uitmaakt van de Deltawerken of een landverbinding. Een echte landverbinding zonder duidelijke dammen en bruggen is er voor de twee centrale Zeeuwse eilanden Walcheren en Zuid-Beveland pas sinds 1949. Vanaf Bergen op Zoom nemen we de A58. We dalen de Brabantse Wal af en komen in het ‘nieuwland’ van het voormalige Kreekrak – dit zijn op- en aanwassen die na de middeleeuwen zijn teruggewonnen op de zee. De Schelde-Rijnverbinding en het Bathse Spuikanaal, die we passeren, zijn een heel nieuwe doorsnijding van Zuid-Beveland. Net als het kanaal door Zuid-Beveland een stuk verderop, waar we via de Vlaketunnel onderdoor rijden.

 

BRON: OPENSTREETMAP.ORG, PDOK.NL
Voormalig getijdelandschap tussen Walcheren en Zuid-Beveland

De oversteek naar het volgende eiland Walcheren is vrijwel onherkenbaar. De hoger gelegen spoorlijn die over de Sloedam gaat, wordt aan het oog onttrokken door een bomenrij.

Wie bekend is met de slag om de Schelde en bijvoorbeeld ook de film heeft gezien, weet dat deze dam tussen Zuid-Beveland en Walcheren in 1944 in een getijdelandschap lag. Tot 1871 stroomde het getijdewater vrijelijk door het Sloe. Met de aanleg van de Sloedam en een aantal polders tussen de twee Zeeuwse eilanden kwam er definitief een einde aan de mogelijkheid de havens van Middelburg en Arnemuiden via zee te bereiken. Na 1873 maakte het Kanaal door Walcheren Middelburg weer bereikbaar via het water.

In centraal Zeeland zijn er dus drie door de mens gemaakte doorsnijdingen en zijn de oorspronkelijke getijdelandschappen tussen de eilanden verdwenen. Met de aanleg van de tweede Sloedam in 1949 kwam er definitief een einde aan het getijdelandschap tussen Walcheren en Zuid-Beveland. In de Quarlespolder is nog wel de Sloekreek herkenbaar in het landschap. De kreek ligt nu wat verloren in de schaduw van het grote industriegebied Vlissingen-Oost, maar is door zijn vorm en reliëf toch echt een bezoek waard. Voor het geoefend oog zijn de combinatie van erosie en sedimentatie door getijdewerking, en de mens als landschapsvormende factor duidelijk herkenbaar. De Sloekreek is nog de enige plek waar de grens tussen de Zeeuwse eilanden Walcheren en Zuid-Beveland in het landschap is terug te zien. Hij ligt geheel op het grondgebied van de gemeente Borsele, waarmee Borsele dus zowel Walcheren als Zuid-Beveland is. Kan, op aardkundige gronden, bij de volgende gemeentelijke herindeling de Sloekreek ook gemeentegrens worden?

Kan bij de volgende gemeentelijke herindeling de Sloekreek ook gemeentegrens worden?