Een kakofonie is het misschien net niet, maar wie geografen vraagt naar hun visie op de toekomst van hun vak krijgt zeer uiteenlopende antwoorden. Hierna volgen enkele bijdragen van degenen die we ernaar vroegen. Ter inleiding een poging tot plaatsbepaling van het KNAG tegenover deze uitbundige variatie.
Vanaf de Verlichting werden geleerde genootschappen gesticht en dat ging later nog veel harder door. Daaronder waren ook geografische genootschappen en één ervan was het KNAG. Ze veranderden onder invloed van de vorming van wetenschappelijke disciplines, de professionalisering in beroepen en nieuwe kansen voor kennispopularisering in een van media doordrenkte wereld.
Aangemoedigd door de Britse belofte van een referendum klinken ook in Nederland stemmen dat het volk nu hoort te beslissen over verdere medewerking aan een federale Europese Unie. De federatie is het schrikbeeld, het eigen volk de granieten werkelijkheid. Een Europees demos (volk) zou een utopie zijn. Maar is dat wel zo?
Terwijl het politieke debat in elke lidstaat erg nationaal blijft, moeten Europese politici steeds meer op twee borden tegelijk schaken.
De beslissingen van het Nobelcomité zijn nogal eens omstreden. Zo ook afgelopen najaar toen het comité de Nobelprijs voor de vrede toekende aan de Europese Unie. De EU kreeg de prijs voor haar rol in de verandering van Europa in zestig jaar van een continent van oorlog in een continent van vrede.
De Europese Unie beleeft niet alleen een economische en financiële crisis. Ook politiek verkeert de EU in zwaar weer. Het laatste jaar zijn zeker negen nationale regeringen vervangen. De stem van de middenklasse is steeds moeilijker te winnen vanwege de toenemende onzekerheden en het gevoel van sociale demotie.
De EU doet haar best ‘strategische partnerschappen’ aan te gaan met de nieuw opkomende economische en geopolitieke machten in de wereld. Vooralsnog zonder veel succes.
Na de bevrijding circuleerden er wilde plannen om een deel van Duitsland bij Nederland te voegen. Uiteindelijk diende de regering een betrekkelijk bescheiden wens tot territoriale uitbreiding in. De geallieerden waren wijs genoeg de Nederlandse aanspraken vrijwel niet te honoreren.
Op hoogtijdagen staan in Brussel de prominenten in de schijnwerpers. Maar achter de schermen houden Europese beleidsmakers het wiel draaiend. Zij vormen een moeilijk te doorgronden geheel – woorden als ‘beleidsapparaat’ en ‘machinekamer’ suggereren wellicht nog iets te veel coherentie – maar zonder hun inzet loopt de boel geheid vast.
Midden in het euronoodweer gaat het financiële toezicht in de Europese Unie stevig op de schop. Eén onderdeel betreft de accountantscontroles, waarbij vier grote kantoren de markt al te zeer domineren en belangenverstrengeling op de loer ligt.