Brazilië staat al sinds de 14e eeuw op de kaart. In de Ierse mythologie wordt verhaald over Hy-Brasil, een eiland dat altijd in mist gehuld is en slechts één dag per zeven jaar te zien zou zijn. Dit eiland ligt volgens het verhaal in de Atlantische Oceaan, ten westen van Ierland. Al in 1330 tekende Angelino Dulcert het als ‘Bracile’ op zijn portolaan (een type zeekaart). Het kleine eiland figureert eeuwenlang op allerlei kaarten.
Bij oude kaarten moet je er altijd rekening mee houden dat waarneming en fantasie vermengd zijn. Fantasie is misschien niet het goede woord. Cartografen hadden een hekel aan lege plekken op een kaart – de horror vacui – en vulden de onbekende gebieden met landen die soms gebaseerd waren op een enkele waarneming (waarvan we nu weten dat die vaak onbetrouwbaar waren), maar ook heel vaak stoelde op een hypothese. Een bekend voorbeeld van zo’n hypothetisch land is de grote landmassa die vanaf de 16e eeuw in het zuidpoolgebied getekend werd. De hypothese stoelt mogelijk op de aanname dat de aarde uit evenwicht zou zijn als er ten het zuiden en ten noorden van de evenaar geen gelijke landmassa zou zijn. Minder bekend is dat er ook in het noordpoolgebied hypothetische landen getekend zijn.
Omlijsting vol verhalen
Voor 2020 wisten maar weinig mensen dat China een stad genaamd Wuhan heeft. Toch stond deze stad, die eigenlijk uit drie steden bestaat, al in 1655 in een atlas die in Europa ruim verspreid werd. Jezuïeten deden in die tijd tijdens bekeringsmissies veel geografische kennis op, zodoende leerde men in Europa toen al over gebieden ver weg.
In 1837 schreef Alexander von Humboldt: ‘Nur leer scheinende Karten prägen sich dem Gedächtnisse ein’. Dit idee is wel heel letterlijk toegepast in de zogenoemde kaartennetten die vanaf het midden van de 19e eeuw verschenen. Eind 1853 gaf Seijffardt’s Boekhandel te Amsterdam ‘Kaarten-netten voor alle landen der aarde ten gebruike bij het onderwijs’ uit. Deze kaartennetten ‘bevatten de meridianen, parallellen en enkele weinige punten van de omtrekken dier landen, en dienen om het teekenen van Kaarten gemakkelijk te maken’. Het zijn dus minimalistische kaarten, de rest moest de leerling zelf intekenen.
Een ‘natuurlijke’ oriëntatie van kaarten bestaat niet. ‘Noord boven’ is wel wijdverbreid en om die reden handig om aan te houden. Behalve als je een goede reden hebt een andere windrichting boven te zetten.
Kreeg Columbus op zijn ontdekkingsreis te maken met een muitende bemanning die bang was over de rand van de ‘platte aarde’ te vallen? Beweerde de kerk dat de aarde plat was? Geen van beide is waar, maar als je het vaak genoeg leest, ga je vanzelf denken dat die middeleeuwers écht geloofden in een platte pannekoek…