In De postkoloniale podcast werpen Rick Honings en Coen van 't Veer van de Universiteit Leiden een blik op het koloniale verleden van Nederland en de hedendaagse impact ervan. Ze hebben een brede insteek en gaan in gesprek met allerlei onderzoekers en schrijvers over hun werk in relatie tot het koloniale verleden.
Als je ziet hoeveel tijd leerlingen digitaal doorbrengen, kun je je afvragen wat je daar als leraar nog aan toe te voegen hebt. Maar digital natives zijn een mythe: jongere generaties blijken niet aantoonbaar digitaal kundiger dan oudere. Juist die combinatie (niet bijzonder kundig, wel veelvuldig blootgesteld) maakt het superbelangrijk aan digitale geletterdheid te werken. Dat kan ook bij aardrijkskunde.
Kolonisatie, slavernij en koloniale machtsverhoudingen horen niet enkel bij het vak geschiedenis. Ook bij aardrijkskunde en maatschappijleer is het zaak bijvoorbeeld onderliggende machtsverhoudingen aan te kaarten. We spreken met twee experts uit de hoek van geschiedenis en maatschappijleer.
Aan de hand van magnetische velden uit heden en verleden kun je nagaan waar gesteente ooit ontstaan is. Want die velden variëren door de tijd heen; de magnetische noord- en zuidpool zijn zelfs herhaaldelijk omgedraaid.
Tienduizend jaar geleden lagen de Alpen onder een dikke laag landijs. De traag stromende ijsmassa heeft bijzondere sporen in het landschap getrokken. Van diepe meren tot bijzondere zwerfstenen.
Vorig jaar stond Groeten uit Benidorm hoog in de bestsellerlijsten. ‘Zonnige stranden, Hollandse cafés, bitterballen en karaoke: de nieuwe roman van Hendrik Groen neemt je mee naar de Costa Blanca’, aldus uitgever Meulenhoff. Maar zo plat is het plaatje niet. Het gebied is ook een duurzame vakantiebestemming en ‘de gezondste regio van Europa’.
Tussen 1852 en 1916 verscheen het Jaarboekje voor de leden van het Nederlandsch Instituut van Ingenieurs. Het is een soort almanak annex agenda, met een enorme hoeveelheid informatie. Zo bevat het exemplaar voor 1873 gegevens over ‘Spoorwegstations en Halten, in Nederland’ en ‘in Nederlandsch Indië’; ‘Spoorwegstations en halten met telegraafkantoren en niet aan spoorwegen gelegen telegraafkantoren’; ‘Gouvernements telegraafkantoren op Java en Sumatra’ en een ‘Verkorte terminologie der metrieke maten en gewigten’.
Dan zijn er nog achttien vaste bijlagen, met gegevens over zaken als de ‘Slagdrempeldiepte onder AP der Sluizen en Waterkeeringen om de Zuiderzee’ en ‘Gewigt van koperen pijpen per strekkende Engelsche voet’. Kortom, een amalgaam aan feiten waarmee een ingenieur zijn voordeel zou kunnen doen.
Het bezoek aan twee informele wijken in Rio de Janeiro tijdens de KNAG-studiereis was in veel opzichten een reality check. Vier docenten vertellen hoe veel van hun aannames botsten met de veelkleurige en complexe werkelijkheid.
Leidsche Rijn is een mooi voorbeeld van waar een geïntegreerde aanpak en vroegtijdig meenemen van historisch-geografische informatie toe kan leiden: een gelaagd landschap met een zichtbaar rijk verleden – zelfs in een nieuwbouwwijk.