Aardrijkskunde en digitale geletterdheid
Als je ziet hoeveel tijd leerlingen digitaal doorbrengen, kun je je afvragen wat je daar als leraar nog aan toe te voegen hebt. Maar digital natives zijn een mythe: jongere generaties blijken niet aantoonbaar digitaal kundiger dan oudere. Juist die combinatie (niet bijzonder kundig, wel veelvuldig blootgesteld) maakt het superbelangrijk aan digitale geletterdheid te werken. Dat kan ook bij aardrijkskunde.
Wat het precies betekent om digitaal geletterd te zijn, daarover verschillen de meningen. SLO hanteert als definitie: weten wat digitale technologie is en hoe je ermee werkt, en kennis hebben van de risico’s en er kritisch mee omgaan. Dit is een brede opvatting, die gaat van weten hoe je een bestandje opslaat en later weer terugvindt, tot het beoordelen van de kwaliteit van bronnen, en inzicht in de verdienmodellen van bedrijven als Meta en Google. In de aardrijkskundeles is dit soort digitale geletterdheid net als bij andere vakken te behandelen als onderdeel van de lesstof en via verwerkingsopdrachten. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld een aardrijkskundig werkstuk maken, daarbij bronnenonderzoek doen en opschrijven waarom bepaalde bronnen meer of minder betrouwbaar zijn en verschillende versies van hun werk bijhouden in aparte bestanden.
- Onbeperkt toegang tot artikelen op geografie.nl
- Ontvang 9 keer per jaar het tijdschrift Geografie
- Aantrekkelijke aanbiedingen voor boeken en andere publicaties
- Korting op deelname aan activiteiten van het KNAG
- Blijf in contact met vakgenoten