Het laatste traject van ‘de lijn van Dan’ begint bij de brug over de IJssel bij Westervoort en is een verzamelingen van diverse typen bruggen, twee smalle boogbruggen voor het spoor, een iets bredere voor het wegverkeer en het ‘Boodschappenmandje’ voor de fietsers. Bij de renovatie van de verkeersbrug in 2011 bleek dat er geen geograaf was betrokken bij de plannen. De problematiek was en is behoorlijk complex en daar zijn geografen juist zo goed in.
Richting Arnhem volgt ‘de lijn van Dan’ het tracé van de Amsterdamseweg langs en door een reeks landgoederen met aansprekende landschappelijke namen. Vijverberg, Lichtenbeek, Hoog Erf en Mariëndaal verwijzen alle naar het water en unieke reliëf van Arnhem en omgeving.
Na de stuwwal die de oostelijke begrenzing vormt van het grote glaciale bekken van de Gelderse vallei, daalt de ‘lijn van Dan’ een klein stukje af richting een gebied dat gedurende de een-na-laatste ijstijd, het Saalien, geïsoleerd lag tussen drie stuwwallen. Die van Ede in het westen, de stuwwal van Oud-Reemst in het noorden en die van Arnhem in het zuidoosten. Tijdens de aanleg en verbreding van de spoorlijnen en snelwegen in dit gebied konden geologen de glaciale structuur hier goed onderzoeken.