Not In My Neighbourhood is een indrukwekkend portret van drie steden en geeft een gezicht en stem aan kwetsbare maar strijdvaardige burgers die direct worden getroffen door gentrification in hun eigen buurt.
Met de Cities Coalition for Digital Rights luidden Amsterdam, Barcelona en New York in november 2018 de noodklok over technologiegebruik in steden: burgers dreigen de controle over hun leefruimte kwijt te raken aan technologiebedrijven. Niettemin ziet de Europese Unie digitalisering als dé uitweg voor de groeiende plattelandsproblematiek in Europa: het ‘slimme dorp’ heeft volgens de EU de toekomst. Maar met haar huidige actieplan voor slimme dorpen slaat zij de plank op een aantal punten mis.
Eind vorig jaar stond Wageningen Universiteit een moment stil bij de 15e editie van de Masteropleiding in Geo-Information Science (MGI). Voor de gelegenheid werd een symposium georganiseerd met als onderwerp van de dag: De toekomst van geo, hoe gaan we de volgende generatie opleiden? Naast geowetenschappers in spe waren er alumni, staf en overige geïnteresseerden aanwezig. Tot die laatste groep behoor ik ook, en als buitenstaander mocht ik mijn visie op het onderwerp van de dag delen. Mijn belangrijkste suggestie: geef vooral aandacht aan het geografisch gen en bevorder geografische nieuwsgierigheid.
Ik dacht altijd dat Ligurië een welgestelde provincie was. Tot ik er ging fietsen. Het is er linke soep: scheuren, kuilen en gaten in de wegen. Kleine gaten, grote gaten, tot 30 centimeter diep. Vooral de kleine paswegen (de witte weggetjes op de kaart) zijn slecht. Verklaarbaar natuurlijk: de winters zijn ijskoud en de zomers snikheet.
Op de voorpagina van het Algemeen Handelsblad van zondag 3 augustus 1902 uit het archief van de Universiteitsbibliotheek van de UvA staat een bericht over de Tentoonstelling van Hulpmiddelen bij het Aardrijkskundig Onderwijs in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Het artikel gaat over de achtergrond en de opzet van de tentoonstelling, compleet met plattegrond, en vermeldt tot in detail wat er te zien is.
Weilanden met koeien vormen een vertrouwd cultuurlandschap in laag Nederland. In de Beemster zijn ze zelfs een handelsmerk geworden en vormt de kaasproductie een garantie voor het behoud van de weidegang. Daarmee zijn producenten en consumenten van weidemelk hoeders van dit typisch Nederlandse landschap.
Het dreigt een terugkerend ritueel te worden: een dringende oproep uit het aardbevingsgebied om de problemen op te lossen, bussen vol Groningers naar Den Haag, een debat waarin alle partijen de regering tot spoed manen, de regering die toezegt nu echt de eerdere beloftes na te komen. De brief van de betrokken gemeenten, de provincie en regionale belangengroepen aan de Tweede Kamer liet aan duidelijkheid niets te wensen over. De afhandeling en aanpak van aardbevingsschade en versterking gaat langzamer in plaats van sneller. Maar het grootste probleem is het groeiende wantrouwen in de overheid en het verdwijnende geloof dat het nog goed komt.
Ik kom er niet zo vaak, maar ik vind het er prachtig: de Wadden. Zo was ik in oktober op Terschelling en fietste over het eiland. Daar werd ik opnieuw gegrepen door het afwisselende landschap op die paar vierkante kilometer.
In de eerste aflevering van ‘Mijn geografische spoor’ in januari 2018 sprak wijlen Jan Buursink de hoop uit dat collega’s ook hun spoor zouden trekken. Als een postuum eerbetoon aan Buursink beschrijft Frans Boekema zijn eigen levensloop aan de hand van woon- en werkplaatsen.
Mile wide, inch deep… Aardrijkskunde heeft met heel wat vooroordelen te kampen. Onterecht, want het huidige curriculum is verre van oppervlakkig. Het vak houdt zich bezig met complexe vraagstukken, zoals klimaatverandering, hazard management en ongelijkheid. Maar hoe krijg je leerlingen zover daar gemotiveerd in te duiken?