12 december 2025

Artificiële intelligentie: de aardverschuiving in de klas

Dit artikel is verschenen in: geografie 2025 | 9
AI
onderwijs
Kennis
BEELD: EASY-PEASY.AI
De plaatjes-AI Easy-Peasy laat je geloven dat het ‘groene’ AI-datacentrum bestaat (zie AI-beeld). In werkelijkheid draagt het met gigantisch energieverbruik bij aan klimaatverandering.

Binnen twee dagen was zijn workshop over AI op de KNAG Onderwijsdag volgeboekt. In deze reeks neemt Martin Bakker, docent aardrijkskunde en natuur, leven en technologie (NLT) op het Segbroek College in Den Haag, ons mee in de persoonlijke, pedagogische en geopolitieke aspecten van AI in de klas.

 

Artificiële intelligentie (AI) is overal. De snelle opkomst ervan veroorzaakt een ware aardverschuiving, om in de beeldspraak van een aardrijkskundeleraar te blijven. Toch beseffen veel docenten de schaal van deze omwenteling nog niet, omdat ze de mogelijkheden van de technologie niet kennen. Dat geldt deels ook voor mij. Ik ben vrij diep in AI gedoken, maar wat er over een jaar kan, daarvan ik heb geen idee. De grond onder ons vakgebied verschuift onherroepelijk en confronteert ons met de diepe schaduwkanten én de enorme kansen van AI.

Achter de antwoorden van een chatbot schuilt een onzichtbare en niet zo’n mooie wereld: van laagbetaalde data-annotators tot het gigantische energie- en waterverbruik van datacenters. Tel daarbij op de macht van een handvol bigtechbedrijven, die steeds meer grip krijgen op onze privacy en informatie. Een eigen, lokale AI op school zou een oplossing zijn, maar is voorlopig voor bijna niemand haalbaar (zie ook Geografie 2025-6).

Alleen in de storm

In deze transitie staan docenten er vaak alleen voor. Schoolleiders nemen zelden het voortouw of vormen zelfs een obstakel. Landelijke richtlijnen blijven te abstract voor de praktijk. Intussen is AI niet meer weg te denken uit de leefwereld van leerlingen, waar de adoptie vele malen sneller gaat dan bij ons, docenten.

Dat merkte ik zelf toen een leerling uit 3 havo met een eigen bedrijf mij uitlegde hoe je een API bouwt. Ter info: een Application Programming Interface is een set regels en definities die computersystemen gebruiken om met elkaar te communiceren en gegevens uit te wisselen. Vraag aan je telefoon wat voor weer het wordt en je krijgt een antwoord uit de data van het KNMI zonder dat je telefoon hoeft in te loggen op KNMI-systemen. Voor de havist die ik sprak, is AI vanzelfsprekend gereedschap; voor mij was het een wake-up call. Het liet me zien dat je AI niet uit de school kunt houden. Via huiswerk, werkstukken en ondernemende leerlingen komt het tóch de klas binnen. Onze taak is leerlingen te begeleiden naar digitale geletterdheid. Maar dat kan alleen als we zélf een klein beetje bijblijven.

BEELD: MARTIN BAKKER/CHATGPT

Partner voor leerling én docent

De echte vraag is dus: hoe geven we AI een plek binnen onze pedagogische opdracht? Voor leerlingen kan het een tutor zijn met eindeloos geduld. Belangrijker nog is dat AI ook ónze partner kan zijn. Steeds meer docenten ontdekken hoe AI hun lessen kwalitatief verbetert: van gedifferentieerde toetsen tot de geschiedenisles van een collega, waar leerlingen virtueel in gesprek gaan met historische figuren. Een andere collega gebruikt het voor coaching en reflectie. ‘Altijd iemand om mee te sparren,’ zegt hij, ‘waardoor ik als beginner sneller vooruitgang boek dan anders mogelijk was.’

Lastige spagaat

Juist als aardrijkskundedocenten voelen we hierbij een extra verantwoordelijkheid. Wij kijken altijd naar de samenhang tussen mens, natuur en technologie. Het zou vreemd zijn als we de keerzijde van AI níet benoemen: het energieverbruik dat bijdraagt aan klimaatverandering, en de ongelijkheid tussen wie profiteert en wie de prijs betaalt. Maar AI daarom afwijzen, dat kan eigenlijk niet. Het voelt als een spagaat – kansen benutten en tegelijkertijd kritisch blijven – maar precies dát is een waardevolle les voor onze leerlingen.

Wachten op beleid van bovenaf is geen optie. Het gaat te laat komen

Zelf de regie nemen

Wachten op beleid van bovenaf is geen optie, het gaat te laat komen. Het is aan ons, de professionals op de werkvloer, om het initiatief te nemen. Als wij de schaduwkanten eerlijk laten zien én de mogelijkheden benutten, kunnen we AI inzetten als hefboom voor dieper leren en de vorming van mediawijze burgers.

Daarvoor hebben we elkaar nodig: collega’s die experimenten delen, teams die durven oefenen en een schoolcultuur waarin fouten maken mag. Misschien is dat wel de kern: we hoeven niet te wachten. Laten we elkaar helpen AI te ontdekken, opleidingen zoeken en ruimte voor scholing vragen. Wij staan elke dag in de klas. Wie beter dan wij kan bepalen welke plek AI in ons onderwijs moet krijgen?

Reageer naar ai.geografie@gmail.com.