Boeken Geografie januari 2023
Signalementen
Per trein door Amerika
- Kossen, E. Station Amerika. 11.267 kilometer over het spoor dat het land verbindt. Spectrum, 292 p., € 22.
Met verslagen van reizen door Amerika valt een boekenkast te vullen. Geert Mak toerde tien jaar geleden met de auto door de Verenigde Staten, in Reizen zonder John. Emile Kossen, sinds vijf jaar Amerikacorrespondent, eerst voor Elsevier en nu voor De Telegraaf, nam de trein. Een vervoermiddel dat een gepolariseerd land nog een beetje bijeenhoudt, aldus Kossen, en – anders dan de Greyhound-bussen voor de lange afstand – een redelijk gemengd publiek trekt. Wie met iemand urenlang een coupé deelt, krijgt gemakkelijk verhalen te horen die iets zeggen over pakweg de American dream. Dromen mensen nog van een stijging op de sociale ladder?
Station Amerika is geschreven in de stijl van Paul Theroux, die vanaf de jaren 1970 het treinreisgenre nieuw leven inblies. Kossen presenteert verhalen over de landschappen en steden die de trein passeert, citeert uit werk van eerdere reizigers (zoals Charles Dickens, die in 1842 de Oostkust bezocht) en lardeert dat hier en daar met een spannend treinavontuur en een persoonlijke herinnering. Daardoorheen vlecht hij de (levens)verhalen van medepassagiers die hij toevallig ontmoet.
Kossen reist met de Amtrak van New England naar Washington, van Washington naar New Orleans, van New Orleans naar Chicago, van Chicago naar Las Vegas en van Minneapolis naar de Westkust, in totaal zes etappes. Hij schrijft over de actualiteit, bijvoorbeeld over de oil mania in boomtown Williston en over de duizenden tentjes van daklozen in Portland. Maar ook klassieke onderwerpen komen aan de orde, zoals de Amish, treinbouwer Georg Pullman, spoorwegmagnaat James Hill en de expeditie van Lewis en Clark. Veel diepgang bereikt het boek niet, maar het leest als… wel, als een trein.
Machtige rivieren en grensoorlogen
- Smith, L.C. Rivers of Power. How a Natural Force Raised Kingdoms, Destroyed Civilizations and Shapes Our World. Penguin, 368 p., 11 pond.
- Dodds, K. Border Wars. The Conflicts that Will Define our Future. Penguin, 275 p., 11 pond.
Belaagd door Japanners besloten de Nationalisten in 1938 bij Zhengzhou de dijk van de Gele Rivier door te steken. Er kwamen inderdaad enige duizenden Japanse soldaten om, maar ook bijna een miljoen Chinese burgers. Deze wandaad droeg bij aan de populariteit van Mao’s communisten, die de bevolking te hulp schoten.
Rivieren als wapen; het is een van de vele functies die ze kunnen hebben. Lawrence Smith, hoogleraar fysische geografie in voorheen Los Angeles, en nu in Providence (Rhode Island), bespreekt die allemaal: rivieren als landsgrens, leverancier van vis, irrigatiewater en hydro-energie, brenger van overstromingen, als riool, bron van conflicten en plek voor stedelijke herontwikkeling. Van de 459 steden wereldwijd met meer dan een miljoen inwoners ligt 84% aan een rivier van minstens 30 meter breed. Vele daarvan hebben in onbruik geraakte industriële oevers, die zich lenen voor herontwikkeling.
Elk hoofdstuk bestaat uit een mengeling van casestudies, meer algemene observaties en persoonlijke ervaringen. Het boek doet in dat opzicht denken aan het werk van Jared Diamond. Veel aandacht voor de Verenigde Staten, China en Groenland (waar Smith veldwerk deed). De Nijl, Mississippi en Yangtze komen vaker voorbij dan de Rijn, Donau en Wolga. De ondertitel doet deterministisch aan en al vind je dat soms terug in de tekst (‘rivieren hebben onze beschaving meer gevormd dan welke weg, technologie of politieke leider ook’), het determinisme domineert niet. Wel jammer: het boek kent nauwelijks (topografische) kaarten en dat is beslist een gemis als Smith bijvoorbeeld uitlegt hoe Los Angeles van water wordt voorzien en hoe dit steeds meer wordt gerecycled.
Van alle internationale landsgrenzen (exclusief kusten) bestaat 23% (58.000 km) uit rivieren, berekende Smith met behulp van GIS. Klaus Dodds, hoogleraar geopolitiek in Londen, spreekt van border-making rivers. Deze waren of zijn veelal zones met geopolitieke spanningen, denk aan de Rio Grande tussen de VS en Mexico, en aan de Amur tussen China en Rusland. Maar zeker zo veel onenigheid lokken through-border rivers uit, zoals de Nijl, met dammen in de bovenloop.
Dodds Border Wars biedt een mondiaal overzicht van de geopolitieke spanningen in grensgebieden. Voor geografen die een beetje serieus de krant lezen, zijn veel cases overbekend: Cyprus, de Zuid-Chinese Zee, India-Pakistan, Israël-Palestina, de Westelijke Sahara, Antarctica, enzovoorts. Origineler is Dodd wanneer hij niemandslanden (ingeklemd tussen twee landsgrenzen) bespreekt, zeebodems (mag elk land in internationale wateren starten met onderwatermijnbouw?), grenzen in het heelal (de maan mag door geen land geclaimd worden, zo is afgesproken, maar de Amerikanen plantten er in 1969 wel hun vlag), moving borders (als gevolg van stijgende zeespiegels of krimpende gletsjers), smart borders (digitale grensbewaking) en grenzen in coronatijd. Ook hier: jammer dat kaarten ontbreken. Dat had bijvoorbeeld het conflict op Cyprus en de zeeën eromheen (waar men olie en gas vond) veel duidelijker gemaakt. Penguin zou eens moeten investeren in goede kaartenmakers.
De toendra vergroent
- Rawlence, B. De boomgrens. Het laatste bos en de toekomst van de planeet. Ten Have, 414 p., € 25.
Geografen hoef je het natuurlijk niet te vertellen: dat de boomgrens geen lijn is, maar een overgangszone die in breedte varieert van enkele tientallen meters tot enige honderden kilometers. Ten zuiden ervan strekt zich het boreale woud uit, ten noorden de toendra. Ben Rawlence reisde in 2018-2020 de wereld om, deze overgangszone volgend in Schotland, Scandinavië, Siberië, Alaska, Canada en Groenland. Van origine is Rawlence een Afrikaspecialist. Hij schreef boeken over de oostelijke Congo (Radio Congo) en over het vluchtelingenkamp Dadaab in Kenia (de vertaling verscheen in 2016: Vluchtelingenstad. Negen portretten uit het grootste vluchtelingenkamp ter wereld).
Tegenwoordig verdient Rawlence zijn brood als oprichter en directeur van het Black Mountains College, een ‘groene school’ in Wales. Ook heeft hij zich grondig verdiept in de problematiek van het boreale bos. Door de opwarmende planeet verlegt de boomgrens zich naar het noorden, maar niet overal en zeker niet even snel. In het zuidelijke deel van de taiga is het bos vatbaar voor immense bosbranden, zoals die in Siberië. Ook de leefwijze van de inheemse volkeren wordt diepgaand beïnvloed door de veranderende ecologische omstandigheden, maar uiteraard ook door overheden, technologie en markt. Lawrence ontmoet hen, spreekt met gidsen en onderzoekers (onder wie de Nederlandse permafrostexpert Ko van Huissteden) en leest de wetenschappelijke publicaties.
Van plek tot plek verschilt de situatie. In de Schotse highlands proberen mensen het nog resterende of opnieuw aangeplante bos te beschermen tegen de herten, in Finnmark ontregelen de oplopende temperatuur en de oprukkende berken de leefwijze van de Sami die op de toendra rendieren hoeden, in Rusland ontdooit de permafrost, in Alaska is de oliewinning omstreden, in Canada wordt het boreale hout gekapt om er wc-papier van te maken en in Groenland leggen onderzoekers een arboretum aan. Ook de vegetatie verschilt. In Schotland domineert de grove den, in Scandinavië de berk, in Siberië de lariks, in Alaska de witte en zwarte spar, in Canada de balsempopulier en in Groenland de lijsterbes. Rawlence schrijft, veel diepergravender dan gewoon is voor een reisboek, over de ecologie van deze bossen en bomen. Wees voorbereid op vaktermen als hyaliene chemische stoffen en ectomycorrhizale relaties. Het boek heeft wel een wereldkaart met de boreale zone en de door Rawlence bezochte plekken, maar daar blijft het bij. Meer gedetailleerde kaarten waren welkom geweest, net als foto’s. Niettemin: De boomgrens is een geweldig boek voor (boreale) bosliefhebbers.
Melk is niet goed voor elk
- Den Hartog, A.P. Wat is eetbaar? Een reis door de wereld van voedseltaboes en eetculturen. Wageningen Academic Publishers, 138 p., € 25.
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog was bepaald dat in het dagelijks rantsoen van een Duitse soldaat 375 gram vlees moest zitten. Nu zouden we dat een absurde en overdreven hoeveelheid vinden. Maar wetenschappers in die tijd hadden berekend dat dit gewicht vereist was om de spierkracht op peil te houden. Om dat vlees te produceren was veel landbouwgrond nodig, en omdat de oorlog langer duurde dan gedacht ging de vleesproductie ten koste van de verbouw van aardappelen en granen. Een ernstig voedseltekort aan het eind van de oorlog was het gevolg.
Dit is een van de mooie voorbeelden die Adel den Hartog gebruikt om duidelijk te maken dat voedingsgewoonten kunnen veranderen. Een vleesloze maaltijd is tegenwoordig geen teken van armoede meer. Door voedseldiffusie, de grootschalige verspreiding van eten over de wereld door de handel, zijn onze voedselkeuzes sterk verruimd en veranderd. Maar wat wij eten, wordt nog steeds sterk bepaald door fysiologische, culturele, geografische en psychologische factoren. In Noord-Vietnam is hondenvlees heel populair. In Oost-Afrika worden veel insecten gegeten, want ze zijn een goedkope bron van eiwitten en vetten. De Europese missionarissen moesten er niets van hebben, en onderwezen de bevolking dat dit een onbeschaafde gewoonte was.
In Nederland zijn we opgegroeid met melk: volgens Joris Driepinter zouden drie glazen melk per dag ons sterk maken. De reclamecampagne van het Nederlands Zuivelbureau was in ieder geval succesvol en maakte de Nederlanders misschien niet sterker maar wel langer. Wereldwijd drinken echter 2,5 miljard mensen geen melk. Dat heeft meerdere oorzaken. In de tropische delen van Afrika en Zuidoost-Azië is rundvee houden lastig door de hoge temperatuur en de tseetseevlieg. Importmelk is duur. Er is ook een genetische factor: in grote delen van de wereld, vooral ten zuiden van de evenaar, is de lactose-intolerantie hoog, tot wel 90% van de bevolking.
Adel den Hartog heeft na de afronding van zijn studie sociale geografie in Utrecht (1966) gewerkt bij onder andere de VN Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) en de Vakgroep Humane Voeding aan Wageningen University & Research. Hij overleed in 2012. Annemarie de Knecht-van Eekelen en Jon Verriet hebben het nagelaten manuscript gereed gemaakt voor publicatie. Daarvoor kunnen we hen dankbaar zijn, want het boek is zeer informatief, goed geschreven en bevat talrijke mooie voorbeelden van eetculturen wereldwijd.
Leo Paul