De Braziliaanse democratie voor, tijdens en na Bolsonaro

1 mei 2023
Auteurs:
Kees Koonings
hoogleraar Antropologie van Ontwikkeling en Conflict aan de Universiteit Utrecht en hoogleraar Braziliaanse Studies aan de Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2023
Brazilië
Kennis
FOTO: SAMYSTCLAIR/ISTOCK
Conservatieve groepen gehuld in de nationale kleuren groen-geel nemen bezit van de straat en beschuldigen Rousseff en Lula
van grootschalige corruptie en eisen afzetting en gevangenisstraffen (São Paulo, september 2015).

Een week na de inauguratie van Lula da Silva als president werd het regeringscentrum in Brasília bestormd door een woedende menigte Bolsonaro-aanhangers. Leger en politie lieten het gebeuren. Kan Lula het tot op het bot verdeelde Brazilië weer op koers brengen?

 

Op 1 januari werd Luis Inâcio Lula da Silva ingezworen als de nieuw gekozen president van Brazilië. Een week later bestormden zo’n vijfduizend aanhangers van zijn verslagen opponent Jair Messias Bolsonaro het regeringscentrum in de hoofdstad Brasília. Dit was geen incident maar de uitdrukking van een radicale, rechts-populistische massabeweging, en de autoritaire ideeën en praktijken van (ex-)president Bolsonaro. Ze vormen een directe bedreiging van de democratie in het grootste en belangrijkste land van Latijns-Amerika.

De ‘spookcoup’ van Bolsonaro was het voorlopig dieptepunt in een decennium van maatschappelijke polarisering, economische malaise en politieke crisis. Die waren op hun beurt een breuk met een periode van grotendeels succesvolle ontwikkeling sinds het midden van de jaren 1990. Dergelijke cycli van ups-and-downs, of boom-and-bust, tekenen de Braziliaanse geschiedenis, maar deze editie kwam onverwacht. Brazilië, het eeuwige ‘land van de toekomst’, had toch de toekomst gevonden?

Hoe heeft het zover kunnen komen? En kan Lula in zijn derde termijn als president dit ontij keren?

Euforie

Tussen 1995 en 2013 beleefde Brazilië een bloeiperiode die leidde tot een wijdverbreid gevoel van euforie in binnen- en buitenland. Deze viel samen met de regeertermijnen van de democratisch gekozen presidenten Fernando Henrique Cardoso (sociaal-liberaal), Luis Inâcio Lula da Silva (centrum-links) en de eerste drie jaar onder Dilma Rousseff (centrum-links). De basis voor de euforie wordt soms aangeduid als de ‘Cardoso/Lula-consensus’: een geheel van factoren en politieke keuzes die bijna twee decennia zorgden voor stabiliteit en continuïteit, ook al profileerden Cardoso en Lula zich als elkaars politieke tegenstanders.

De euforie stond in schril contrast met de scepsis in de tien jaar ervoor, een periode van moeizame democratische consolidering na het einde van de militaire dictatuur (1985) en falend management van de voortdurende economische crisis. Cardoso had, als minister van financiën, in 1994 de toverformule gevonden voor het beteugelen van de hyperinflatie, het belangrijkste symptoom van de economische en sociale malaise van de jaren 80 en de vroege jaren 90. Wat waren de ingrediënten van de bloei? Ik noem de vier belangrijkste.

Er heerste brede consensus over de politieke koers – van gematigd rechts tot gematigd links

Economische stabiliteit en groei
Het beteugelen van de inflatie legde samen met andere maatregelen de basis voor een economische groei die tot na 2010 zou aanhouden. Hoewel Lula kritiek had op de ‘neoliberale’ richting van Cardoso’s beleid, zette hij deze koers voort toen hij in 2003 het stokje van Cardoso overnam. Vooral in Lula’s tweede termijn wierp dit vruchten af dankzij een hausse in de mondiale vraag naar grondstoffen en agrarische producten (vooral vanuit China), de grote binnenlandse behoefte aan industrieproducten en omvangrijke overheidsinvesteringen in vooral infrastructuur en bouwsector.

Afname armoede en inkomensongelijkheid
Direct verbonden met dit economisch succes was de ongekende afname van armoede en inkomensongelijkheid. Dit was het gecombineerde resultaat van de groeiende werkgelegenheid, stijgende lonen en pensioenen, en massale inkomensondersteuning via het programma Bolsa Família (Familiebeurs).

Politieke stabiliteit en consensus
Gestimuleerd door het economische en sociale succes beleefde Brazilië een periode van politieke stabiliteit en consensus. Zowel Cardoso als Lula werd vrij probleemloos herkozen. Beide presidenten konden rekenen op de steun van een stabiele alliantie van partijen in het versnipperde federale Congres, ook wel aangeduid als ‘coalitiepresidentialisme’. Daarbij was er brede consensus over de politieke koers – van gematigd rechts tot gematigd links.

Diplomatiek prestige
Daarnaast was het diplomatieke prestige van Brazilië gegroeid en daarmee ’s lands invloed op het internationale podium. Vooral Lula ontpopte zich als een ambitieuze en effectieve presidentiële diplomaat in een lange reeks bi- en multilaterale contacten. Brazilië was samen met Rusland de drijvende kracht achter het BRICS-blok (zie ook Geografie juni 2012).

FOTO: RICARDO STUCKERT/PR/FLICKR
Aan het einde van zijn tweede termijn als president maakt Lula zich in december 2010 nogmaals hard voor de LGBT-gemeenschap in Brazilië.

Onttakeling

Zo gewonnen, zo geronnen? Vanaf 2013 verdampte de euforie snel. Ook hiervoor kan ik vier factoren noemen. Ten eerste de aanhoudende sociale protesten. In 2013 en 2014 ageerde vooral links tegen het tekortschietende beleid van de al tien jaar door de Arbeiderspartij (PT) aangevoerde regering. President Dilma Rousseff (partijgenoot en opvolger van Lula) zou te weinig doen aan de kwaliteit van publieke voorzieningen zoals onderwijs, gezondheid, openbaar vervoer en veiligheid. De demonstranten uitten kritiek op geldverslindende megaprojecten zoals het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016. Na Rousseffs krappe overwinning in de verkiezingen van 2014 veranderden de protesten van toon en kleur. Conservatieve groepen gehuld in het nationale verde-amarelo (groen-geel) namen bezit van de straat en beschuldigen Rousseff en haar mentor Lula van ‘duivels communisme’ en criminele betrokkenheid bij grootschalige corruptie (foto bovenaan artikel). Er werd zelfs opgeroepen tot een militaire staatsgreep. De protesten leidden tot diepe politieke en ideologische verdeeldheid binnen de Braziliaanse samenleving. Die verdeeldheid bestaat tot op de dag van vandaag en was belangrijk voor de opkomst en verkiezing van Bolsonaro als president.

De andere drie factoren stip ik kort aan: de neergang van de economie in de slipstream van de mondiale financiële crisis, die leidde tot een rem op de consumptie en overheidsbestedingen; het enorme corruptieschandaal, bekend geworden als Lava Jato (Wasstraat), rondom olieconcern Petrobras en toonaangevende Braziliaanse bouw-multinationals; en de instorting van het coalitiepresidentialisme. Al waren er politici van bijna alle partijen bij het Lava Jato-schandaal betrokken, toch namen de tegenstanders van Rousseffs regering vooral haar partij en voorganger Lula op de korrel. Dit leidde in 2015 tot een snelle leegloop van de partijalliantie die de regering steunde. Het jaar daarop stemde een grote meerderheid in het Congres voor impeachment (afzetting) van Dilma Rousseff. Ter linkerzijde wordt dit tot op heden gezien als een (parlementaire) staatsgreep.

Hoe het ook zij, de ‘perfecte storm’ van deze gecombineerde crisis legde de beperkingen van de succesformule in de regeerperiode van de Arbeiderspartij bloot. De economische groei en herverdeling van inkomens bleken te sterk afhankelijk van de export van grondstoffen, en overheidsinvesteringen. De agenda voor duurzaamheid, waarvoor Brazilië zich zo op de borst klopte, was ambivalent. Er werd te weinig vooruitgang geboekt op structurele kwesties als goed en toegankelijk openbaar basis- en middelbaar onderwijs, en de bestrijding van racisme, corruptie, criminaliteit en geweld. Door de crisis slonk ook het internationale prestige van Brazilië.

FOTO: ALAN SANTOS/PR/FLICKR
President Bolsonaro bespot meermaals de pers als deze hem onwelgevallige artikelen schrijft. Het tv-netwerk Globo is volgens hem minder dan afval (lixo), want dat kun je tenminste recyclen.

Bolsonaro aan de macht

De perfecte storm zette de schijnwerper op Jair Messias Bolsonaro. De ultrarechtse veteraan-backbencher in het Congres besloot zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen van 2018. Hij had de tijdgeest goed ingeschat. Op de golven van de protesten, de economische neergang en het politieke wantrouwen vormde zich een rechts-populistische massabeweging, die gekoppeld werd aan autoritaire reflexen onder de elites en militairen. Bolsonaro, ex-militair en vooral bekend als roeptoeter van homofobie, misogynie en anti-links, werkte zich naar voren als vertegenwoordiger van het brede conservatieve sentiment. Hij kreeg een alliantie achter zich die aangeduid werd als de vier B’s: boi (koe, de agrarische belangen), banco (bank, de financiële sector), bala (kogel, voor politie, leger, wapenbezitters en voorstanders van een harde aanpak van criminaliteit), en bíblia (bijbel, de conservatieve evangelisch-protestante kerken). De Arbeiderspartij werd mikpunt van demonisering. Lula had zich ook kandidaat gesteld voor 2018, maar werd aangeklaagd wegens vermeende betrokkenheid bij het Lava Jato-schandaal. In 2017 werd hij veroordeeld tot negen jaar en in hoger beroep twaalf jaar gevangenis. Zo kon hij niet meedoen aan de presidentsverkiezingen in oktober 2018 en werd Bolsonaro overtuigend winnaar. Op 1 januari 2019 werden hij en zijn vicepresident, de gepensioneerde generaal Hamilton Morão, voor de termijn van vier jaar beëdigd.

Dit maakte geen einde aan de maatschappelijke en politieke turbulentie in Brazilië. Integendeel, Bolsonaro leverde daar zelf een belangrijke bijdrage aan en maakte deze zelfs, in navolging van zijn grote voorbeeld Donald Trump, tot het watermerk van zijn presidentschap. Er is hier geen ruimte om uitgebreid op Bolsonaro’s presidentschap in te gaan, maar het zal niemand verbazen dat kritische waarnemers (onder wie ikzelf) geen positieve balans opmaken. Het door Bolsonaro beloofde economisch herstel volgens neoliberaal recept kwam niet uit de verf, terwijl armoede en inkomensongelijkheid weer toenamen. Het bezuinigingsbeleid zette een rem op strategische overheidsinvesteringen, maar Bolsonaro strooide wel met uitkeringen voor door de pandemie getroffen huishoudens en – in het verkiezingsjaar 2022 – voor arme Brazilianen. Internationale kritiek, en ruzie met de Europese Unie, oogstte Bolsonaro vanwege de toenemende ontbossing van het Amazonegebied en zijn klimaatontkenning. De president gedoogde illegale mijnbouw in erkende inheemse territoria, wat leidde tot een humanitaire catastrofe onder de Yanomami-indianen. Onveiligheid en geweld, een van Bolsonaro’s favoriete thema’s tijdens de campagne van 2018, pakte hij aan door de geweldsbevoegdheden van de politie te verruimen en particulier wapenbezit te stimuleren. ‘Een gewapende burger zal nooit een slaaf zijn’, luidde zijn boodschap. Cultureel conservatisme drukte een belangrijke stempel op het regeringsbeleid, onder meer door het uitkleden van het mensenrechtenbeleid, en bezuinigingen op onderwijs en onderzoek van de ‘linkse’ sociale en geesteswetenschappen. Bolsonaro was er volgens eigen zeggen voor de cidadãos de bem, de ‘burgers van goede wil’, wit, conservatief, patriarchaal, vaderlandlievend en godvrezend.

Bolsonaro kreeg het aan de stok met het Congres en het federale Hooggerechtshof over kwesties als de verhouding tussen de constitutionele machten. En hij botste met invloedrijke gouverneurs van deelstaten over de aanpak van de covid-19-pandemie. Vanaf het begin ontkende hij de ernst van covid-19 en het nut van maatregelen zoals afstand houden, mondkapjes en lock downs. Hij propageerde alternatieve middelen (zoals het innemen van chloroquine) en was uitermate traag met het bestellen van vaccins. Ook internationaal deed zijn aanpak de wenkbrauwen fronsen. Na de verkiezingsnederlaag van Trump in 2020 kwam Brazilië steeds meer alleen te staan ten opzichte van het Westen, China en het mondiale Zuiden. Uiteindelijk was Bolsonaro gedwongen een deel van zijn macht en middelen over te dragen aan hetzelfde cliëntelistische meerderheidsblok in het Congres dat zich in 2016 tegen Rousseff had gekeerd.

Tot slot dreigde de president zelf in het vizier te komen van de Braziliaanse justitie vanwege vermeende corruptie binnen zijn familie (en banden met de onderwereld van Rio de Janeiro), verspreiding van nepnieuws tijdens de campagne van 2018, en recentelijk het aanzetten tot een volksopstand en een staatsgreep na de door hem verloren verkiezingen van 2022.

Bolsonaro was er volgens eigen zeggen voor de ‘burgers van goede wil’, wit, conservatief, patriarchaal, vaderlandlievend en godvrezend

De ‘spookcoup’

Lula mocht in november 2019, na 580 dagen detentie, zijn gevangeniscel verlaten. Het Hooggerechtshof had zijn straf opgeschort en annuleerde het vonnis in maart 2021. Nog steeds zijn Braziliaanse juristen het er niet over eens of Lula is vrijgesproken dan wel wegens vormfouten de dans ontsprong. Deze discussie is inmiddels onderdeel van de gepolariseerde verhoudingen in het land.

In april 2021 werden Lula’s politieke rechten hersteld en lag de weg open voor zijn kandidatuur bij de verkiezingen van oktober 2022. Hij ging meteen op campagne en de peilingen waren vanaf dat moment in zijn voordeel. Dit werd, zij het nipt, bevestigd door zijn winst in de tweede ronde. De verkiezingen waren een tweestrijd – andere kandidaten maakten geen schijn van kans – en vormden een spiegel van de polarisering in het land. Het werd een confrontatie van twee persoonlijkheden, stijlen, visies, en (vage) programma’s en beloften.

Bolsonaro zag zijn verlies aankomen, ondanks zijn bravoure en het vaste geloof van zijn aanhang in een overwinning. Al eerder in zijn regeertermijn legde Bolsonaro het fundament voor een ‘spookcoup’, een staatsgreep die misschien wordt gepleegd, of minstens wordt aangekondigd of gevreesd. Deze past binnen hedendaagse strategieën voor uitholling van de democratie in Latijns-Amerika (en elders). Ze zijn onderdeel van een subtiel en verhuld spel van ‘illiberalisering’ (ook wel democratic backsliding), waarbij de schijn van democratische grondwettelijkheid en legitimiteit wordt opgehouden. Bolsonaro ageerde vanaf het begin van zijn regeerperiode tegen de democratische instellingen, flirtte met militair machtsvertoon en steun onder de troepen, en kweekte wantrouwen rondom het verkiezingsproces door ruim tevoren (net als Trump) verkiezingsfraude aan te kondigen als verklaring voor een eventuele nederlaag. Tijdens de campagne zag Bolsonaro drie alternatieven voor zijn (politieke) toekomst: ‘preso, morto, victória’ (gevangen, dood, overwinning). Hij koos echter voor een minder heroïsch vierde alternatief: zelfopgelegde verbanning naar Florida.

Na zijn verkiezingsnederlaag hulde Bolsonaro zich enkele dagen in stilzwijgen en raadpleegde politieke medestanders en de militaire leiding. Het narratief van stembusfraude werd opgepikt door de radicale kern van zijn aanhang en gebruikt als argument om de straat op te gaan. Wegen werden geblokkeerd, kampementen opgeslagen bij de poorten van kazernes, en openbare geweldpleging werd niet geschuwd. De expliciete bedoeling van de aanhang was de legerleiding ertoe te verleiden in te grijpen en de verkiezingen ongeldig te laten verklaren, dit alles om het land van de ondergang te redden. Toen Bolsonaro al naar de Verenigde Staten was vertrokken en Lula officieel was ingezworen, volgde het sluitstuk op 8 januari. De aangekondigde demonstratie in de hoofdstad Brasília bleek een doelbewuste, gewelddadige aanval op de (op zondag lege) gebouwen van het Congres, het Hooggerechtshof en het presidentiële Planalto-paleis. De bestorming werd ogenschijnlijk gedoogd door politie en strijdkrachten. Maar de mislukking ervan liet wel zien dat de militairen uiteindelijk geen brood zagen in een coup ten gunste van de niet-herkozen Bolsonaro.

Uitdagingen voor de Braziliaanse democratie

Tijdens de vier jaar onder Bolsonaro wezen pessimistische analyses erop dat de democratie in Brazilië in gevaar was. Niet alleen door de antidemocratische stijl van de president, maar ook vanwege de terugkeer van de militairen in het politieke spel en het civiele staatsapparaat. Daarachter school volgens critici een nieuwe autoritaire alliantie tussen economische elites en een deel van de bevolking dat zich bedreigd voelde door mondialisering, crisis, onveiligheid en sociaal-culturele diversiteit.

Toch wist Lula de verkiezingen – nipt – te winnen. Zijn campagne stond in het teken van ‘herstel’ en ‘verzoening’. Herstel van de economie en van het idee van maatschappelijke inclusie en herverdeling. Verzoening als recept tegen polarisering en politieke onverdraagzaamheid. In de campagne koos Lula voor een strategie van het midden, door oud-opponent Geraldo Alckmin als running mate te kiezen en de nummer drie van de eerste ronde, Simone Tebet, een ministerspost in zijn regering te beloven. Maar de gewelddadige opstand van bolsonaristas op 8 januari heeft de verzoeningsstrategie op losse schroeven gezet.

De legerleiding zag uiteindelijk geen brood in een coup ten gunste van Bolsonaro

De openlijke mislukking van de spookcoup heeft het gezag van Lula en de steun voor zijn derde presidentiële termijn aanvankelijk versterkt. De media veroordeelden de opstand vrijwel unaniem als een golpe, een staatsgreep. Belangrijke politieke en institutionele actoren (rechters van het Hooggerechtshof, de voorzitters van de federale Senaat en de Kamer van Afgevaardigden en buitenlandse staatshoofden) spraken hun afkeuring uit en betuigden steun aan Lula’s regering en aan de democratie. Enkele dagen na de opstand verzamelde Lula alle nieuw gekozen (of herkozen) gouverneurs van de deelstaten in Brasília, om de coup te veroordelen. Hij tikte de legerleiding publiekelijk op de vingers en kondigde juridische procedures aan tegen deelnemers aan de opstand.

Dit lijkt een teken van democratische veerkracht. Maar de Braziliaanse democratie, en Lula als democratisch gekozen president, staan de komende jaren voor grote uitdagingen. Het betreft belangrijke kwesties als economie en ongelijkheid, duurzaamheid en klimaat, diversiteit en inclusiviteit in samenleving en politiek, geweld en onveiligheid, de bestuurbaarheid van het land, en de internationale positie van Brazilië. Lula kan dit keer niet rekenen op de gunstige economische en politieke constellatie die hem bij zijn afzwaaien in 2010 een populariteitscore van 80% opleverde. De binnenlandse en internationale omstandigheden zijn aanmerkelijk gecompliceerder dan tien of vijftien jaar geleden en zelfs de politieke overlevingskunst van de huidige president biedt geen garantie voor succes.

KNAG-reis naar Zuidoost-Brazilië
brazilie

Van 15 tot en met 30 oktober 2023 organiseert het KNAG samen met SRC Reizen een 16-daagse trip naar de megasteden Rio de Janeiro en São Paulo in Zuidoost-Brazilië. De reis is een initiatief van Hugo Kramer en JanHendrik Wolters, docenten aardrijkskunde in Heerenveen en Apeldoorn.

 

We reizen eerst naar Rio de Janeiro, waar we onder andere een ngo-project bezoeken dat onderwijs biedt aan kansarme jongeren in de favela’s. Daarna verkennen we per fiets een stadsdeel onder leiding van een oud-journalist. Via het Atlantische Woud en een bezoek aan het eiland Ilha Grande en het stadje Paraty, rijden we per touringcar naar São Paulo. Daar staan onder meer bezoeken aan de vliegtuigbouwer Embraer en aan de Zuid-Koreaanse wijk op het programma.

Praktisch

De reis kost € 3600 voor KNAG-leden; niet-leden betalen € 3700. De bedragen zijn onder voorbehoud van prijsveranderingen. Inbegrepen zijn de vluchten Amsterdam-Rio de Janeiro en São Paulo-Amsterdam inclusief luchthavenbelasting, vervoer ter plaatse (inclusief chauffeur en een Portugees en Engels sprekende gids), en overnachtingen in hotels in tweepersoonskamers op basis van logies en ontbijt. De toeslag voor een eenpersoonskamer bedraagt € 600. Niet inbegrepen zijn de lunches, diners en reis- en annuleringsverzekering.

De reis valt onder verantwoordelijkheid en voorwaarden van SRC Reizen (als reisorganisator). Deze wordt dan ook direct via SRC geboekt. Het KNAG, Hugo Kramer en JanHendrik Wolters verzorgen de aardrijkskundige inhoud van de reis, zo veel mogelijk gekoppeld aan de eindtermen van het examenprogramma aardrijkskunde havo en vwo.

Kees Koonings is als hoogleraar Antropologie van Ontwikkeling en Conflict verbonden aan de Universiteit Utrecht, en als hoogleraar Braziliaanse Studies aan de Universiteit van Amsterdam.