Een dun laagje klei langs de Maandagsdijk 

28 februari 2020
Auteurs:
Dan Assendorp
Fysisch Geograaf bij Hogeschool van Hall Larenstein
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2020
In de kantlijn van het landschap
Opinie
FOTO: DAN ASSENDORP
De Maandagsdijk tussen Barchem en Borculo.
In de kantlijn van het landschap

Dan Assendorp bezoekt in deze nieuwe column kleine aardkundige elementen in Nederland die om een of andere reden niet of slecht zichtbaar zijn en de kans lopen helemaal uit het landschap te verdwijnen.

De Graafschap is een populair fiets- en wandelgebied. Wie kent niet de Witte Wievenkuil op de Lochemse Berg of de watermolen in Borculo? Tegenwoordig zijn er genoeg droge wegen en paden om vanaf Barchem in Borculo te komen, maar dat was ooit wel anders. Daarom is er in een bijna rechte lijn een ‘dijk’ aangelegd: de Maandagsdijk. En het leuke is dat deze nog steeds onverhard is. 

De Maandagsdijk doorkruist een mooi gaaf kampenlandschap met droge en natte heide, kleine eenmansesjes en vochtige, laaggelegen hooilanden. Een van deze hooilandjes is wat wel het mooiste blauwgrasland van Nederland genoemd wordt, het Stelkampsveld. Ook eromheen zien we voormalige hooilanden, maar die zijn allemaal ‘in cultuur’ gebracht en het Engels raaigras is er dominant. Bij een kampenlandschap in de Graafschap denken we natuurlijk direct aan zand, maar op de bodemkaart – en door zelf te boren – zien we toch ook klei in het gebied. Een dun laagje op het natte zand. Niet dik genoeg om de bodemclassificatie te beïnvloeden, het blijven beekeerdgronden, maar voldoende om je af te vragen waar het vandaan komt. De laatste klei die hier werd afgezet, is niet eens zo heel oud. In de winter van 1925-1926 was er nog een grote rivieroverstroming en lag Zutphen op een soort eiland tussen IJssel en Berkel. Door de hoge stand van de IJssel kon het Berkelwater niet weg en het hele achterland liep onder water. Ook de hooilanden langs de Maandagsdijk. 

Nu wil de beheerder van het gebied de bijzondere vegetatie van de hooilanden regenereren, maar dat gaat heel moeilijk. De toplaag bevat te veel nutriënten, afkomstig van de landbouw. In de beekdalen van het zandlandschap wordt dan vaak de humushoudende toplaag verwijderd. Dat is langs de Maandagsdijk ook gebeurd en de vegetatie wordt inderdaad veel schraler. Maar de kleilaag is weg en die vertelde ons juist iets over de aardkundige geschiedenis van het gebied. Gelukkig zie ik nog mooie groene, voedselrijke weilanden waar ik met de boor klei kan aantonen. 

Met de toplaag is ook de klei verdwenen die iets vertelde over de aardkundige historie