Tips van een deelnemend docent
Natascha de Korte ging met haar groep 7 van basisschool De Parkiet op GeoWeek-expeditie met Wavemakers/Watersportverbond naar Den Haag. De dag stond in het teken van water en droogte in Nederland. Hoe bereidde Natascha haar klas voor en welke tips heeft ze voor collega’s die een volgende keer willen meedoen aan de GeoWeek?
Natascha: ‘Vorig jaar hoorde ik voor het eerst over de GeoWeek via een collega die er een mail over ontving. We zijn toen naar een expeditie over archeologie gegaan in Leidschendam. Leerlingen mochten in een stuk grond zoeken naar spullen die daar verborgen lagen. De organisatie had allemaal muntjes in de grond verstopt, wat het erg leuk maakte voor de leerlingen die daar dus daadwerkelijk iets konden vinden. Ik ben hier zelf in de klas nog dieper op ingegaan met de leerlingen. Voor zoiets is het wel handig om vooraf of naderhand lessen te geven over het onderwerp. Dus niet alleen het uitje doen maar er zelf ook iets meer aan koppelen in de klas.’
Dit jaar ging Natascha met haar klas naar het Topzeilcentrum, waar leerlingen les kregen over de waterkringloop. Daarbij waren twee professionele zeilers aanwezig. Dit maakte indruk, zij vertelden over hun band met water, hoe belangrijk het voor ze is en dat ze zich daarom inzetten voor meer kennisdeling. De leerlingen kregen in de pauze een rondleiding door het centrum en de botenloods, ze mochten in een zeilboot zitten, zelf voelen hoe het is om te ‘hangen’ in zo’n boot. En ze zagen de gym waar andere topsporters aan het trainen waren. Daarna voerden ze allerlei proefjes met water uit.
Waarom koos je voor de expeditie van Wavemakers/Watersportverbond?
‘Dit jaar keek ik eerst naar de locaties van de expedities. Deze was vlakbij, dus daarvoor heb ik me opgegeven. Het is heel fijn dat je op de website van de GeoWeek kunt zien waar alle expedities zijn.’
Hoe heb je je klas voorbereid?
‘Het Watersportverbond tipte me over een website. Daarop was van alles te vinden over water, zoals heel veel goede lessen (zie Onderwijs en Lesmateriaal, red.). Ik heb het verbond toen gevraagd waar de gastles precies over zou gaan, zodat ik daar in de klas goed op kon aansluiten. Het ging vooral over watertekort, dus zijn we in de klas bezig geweest met de kringloop van het water.’
FOTO: FLORIEN WILLEMS / KNAG
De leerlingen waren erbij toen enkele wedstrijdboten naar buiten werden gebracht.
Wat sprak jouw leerlingen het meest aan tijdens de expeditie?
‘De ontmoeting met de zeilers vonden ze erg leuk. Er was een studente die lesgaf over onder andere de waterkringloop, en de zeilers ondersteunden haar. Zij vertelden dat er heel veel plastic in de zee is. En ook dat er een groot watertekort is. Ze gaven voorbeelden van wat ze tegenkwamen in de praktijk; dat vonden de leerlingen heel interessant. Tijdens de rondleiding door het Topzeilcentrum vertrokken er toevallig net een paar wedstrijdboten, dat zagen de leerlingen allemaal met eigen ogen gebeuren. De afsluiting met de waterproefjes vonden ze ook heel leuk. De theorie iets minder, maar dat heb je toch nodig om alles goed te kunnen begrijpen.’
Wat vond je zelf van de inhoud en de organisatie?
‘Ik vond de website van de GeoWeek heel handig. De communicatie ging heel goed, ik kreeg snel antwoord en de informatie klopte ook allemaal. Je komt toch met een groep van dertig leerlingen aanzetten, dus als het niet goed loopt is dat wel vervelend. Maar dit ging allemaal prima. Het enige was dat de studente die de les gaf, zelf niet zo didactisch onderlegd was. Als (gast)docent is het belangrijk dat je het niveau van de leerlingen goed kunt inschatten en bijvoorbeeld geen vragen stelt aan leerlingen over dingen die je nog niet hebt onderwezen. Lesgeven is ook best een vak apart, dus niet iedereen kan dat even goed.’
Wat voegt zo’n expeditie toe aan het reguliere (aardrijkskunde)onderwijs?
‘Dat leerlingen niet alleen uit de boeken leren, maar dat je echt een uitstapje hebt dat leerzaam is. Ik vind het heel belangrijk dat leerlingen in de praktijk dingen kunnen zien. Dit soort lessen zelf organiseren is lastig. Als ik bijvoorbeeld ergens wil gaan graven, heb ik een metaaldetector en een schop nodig, en die heb ik thuis niet zomaar liggen. Het is heel fijn als dit voor je geregeld is. Bij het Topzeilcentrum waren allemaal proefjes voorbereid, alle spullen stonden klaar voor gebruik. Zelf is dat moeilijk te organiseren voor een klas.’
Wat heb je praktisch moeten organiseren om mee te doen?
‘Als je naar een expeditie gaat op een andere locatie, is het nogal een onderneming om daar te komen met een hele klas. Ik heb vorig jaar zelf auto’s moeten regelen met ouders die heen en weer reden. Maar dit jaar was het een stuk makkelijker: we konden op de fiets.’
Doe je volgend jaar weer mee?
‘Zeker weten! Ik zou dan graag weer een expeditie doen die buiten is. Dat je lekker dingen kunt bekijken of onderzoeken, dat heeft voor ons wel de meeste waarde. Veldwerk of een bedrijfsbezoek maakt de leerlingen ook enthousiast over wat ze misschien later willen doen in dit vakgebied. We hebben het na onze expeditie in de klas nog over de waterschappen gehad en over hoeveel mensen er in die sector werken.’
Heb je tips voor andere docenten bij het kiezen van een expeditie, de voorbereiding of de praktische organisatie?
‘Het leukst is een expeditie die aansluit bij een onderwerp waarmee je op dat moment zelf bezig bent in de klas. Zo niet, geef er dan zelf wat lessen omheen. Voor de leerlingen blijft het beter hangen als je de expeditie koppelt aan een paar lessen.’