Storms, M. (2022). Kaarten die geschiedenis schreven. 1000 jaar wereldgeschiedenis in 100 oude kaarten. 432 p. Lannoo, Amsterdam. Reguliere prijs € 79, tot 1 januari € 59.
Kaarten die geschiedenis schreven. 1000 jaar wereldgeschiedenis in 100 oude kaarten
Nederlandse liefhebbers van historische kaarten zijn de laatste jaren verblijd met vele kloeke boekwerken. Voor de kerst dient zich het 432 pagina’s dikke Kaarten die geschiedenis schreven aan. Vanuit middeleeuws Europa gezien én vanuit het zelfbewust Chinese perspectief van Xi Jinping.
De verzamelingen van Allard Pierson (Universiteit van Amsterdam) en Bijzondere Collecties van de Utrechtse universiteitsbibliotheek vormen de bron van menig artikel en boek over historische cartografie. Toch zijn er in Nederland meer belangwekkende kaartenverzamelingen, bijvoorbeeld in het Nationaal Archief en bij de cartografische collecties van de Universiteit Leiden. Martijn Storms, conservator van de verzamelingen in Leiden selecteerde 100 oude kaarten om 1000 jaar wereldgeschiedenis in beeld te brengen.
Weerslag van de geschiedenis
‘Het zijn kaarten die de geschiedenis niet alleen inzichtelijk maken, maar haar vaak mee hebben bepaald’, schrijft Kurt De Belder, bibliothecaris van de Universiteit Leiden, in het woord vooraf. Daarmee overdrijft hij een beetje, net als de titel Kaarten die geschiedenis schreven. De meeste kaarten vormen vooral een weerslag van de geschiedenis en tonen de (beperkte) kennis van de aarde, historische gebeurtenissen, fysische processen/menselijke ingrepen. Af en toe doen ze dat vanuit een ongewoon perspectief, bijvoorbeeld dat van kunstenaars of van een andere dan de Europese cultuur. Deze selectie is natuurlijk vooral gekozen om de verscheidenheid van de cartografische collecties in Leiden te tonen. Naast veel Nederlandse kaarten zitten daarin ook opvallend veel kaarten die gebieden in Azië tonen, of daar vandaan komen.
De oudste kaart in de Leidse collecties en de eerste in dit chronologisch geordende boek is een zogenoemde T-O-kaart (cirkelvormig), die een monnik van de Parijse abdij Saint-Germaines-Pres omstreeks 800 tekende bij zijn kopie van Etymologiae van Isidorus van Sevilla (560-636). De kaart toont de in Europa bekende wereld tijdens de middeleeuwen. Binnen een cirkel die de oceaan rondom de aarde voorstelt, bevindt zich de aarde als een O, die met een T in de drie toen bekende continenten is verdeeld. Boven staat Azië, linksonder Europa en rechtsonder Afrika (kaart 1).
Natuurkundige aardkloodts ontvouwinge
In Natuurkundige aardkloodts ontvouwinge (1695) presenteerde de Haagse arts en natuurwetenschapper Theodorus Schoon aan het einde van de 17e eeuw zijn visie op de geologie van de aarde (kaart 2). We zien een aardbol die is opgebouwd uit aardschors (bergen, land en water), een laag gesteenten met metalen en mineralen (als een dooraderde truffel), een donkerder laag met vast gesteente, en een vloeibaar, brandend, middelpunt van de aarde (bolletje met letter D).
Dertig jaar eerder had de Duitse jezuïet Athanasius Kircher dat al gedaan in een reeks kaarten in zijn boek Mundus subterraneus. Kircher raakte gefascineerd door vulkanen en het binnenste van de aarde na een bezoek aan de Etna en de Vesuvius in 1637 en 1638. Op basis van de materialen die hij daar had aangetroffen en zijn geloof in Bijbelse scheppingsverhaal construeerde hij een complex ondergronds systeem waarin het aardse vuur via meren en rivieren vanuit de kern naar boven beweegt en bij vulkaanuitbarstingen aan de oppervlakte komt.
Schoon heeft zich duidelijk laten inspireren door Kircher. De prominent afgebeelde Vesuvius en Etna (links- en rechtsboven) zijn zelfs kopieën van prenten van Kircher. Anders dan Kircher combineerde Schoon de losse kaarten tot een geheel met meer details en voorzag die van een toelichting. Zo schrijft hij over ‘aders van vette brandende stoffen, bitumena, peter-olye, naphtha, &c’. Daarbij weet hij de onderaardse wereld te combineren met het buitenaardse. Langs de randen zijn weerkundige fenomenen in beeld gebracht, zoals een windhoos (rechtsboven) en een valwind (linksonder). Ook de zon en de maan staan erop.
De cirkels van Kandy
De volgende hier afgebeelde kaart is van 1765 en geeft het koninkrijk Kandy weer in het binnenland van Sri Lanka (kaart 3). Met cirkels toont deze schematisch de bergketens die het koninkrijk omsluiten, en de rivieren, wegen, tempels en paleizen in het koninkrijk. Op het eerste gezicht een liefelijk tafereel door de pastelkleuren en regelmatige vormen. Toch vertelt de kaart eigenlijk het bloedige verhaal van de Nederlandse verovering van het paleis van koning Kirti Sri Rajasinha in de hoofdstad Kandy.
De Nederlandse aanwezigheid op Sri Lanka duurde ruim 150 jaar, van 1638 tot 1796. De bezetting van het eiland door de Vereenigde Oostindische Compagnie beperkte zich aanvankelijk tot de forten aan de kust. Die groeiden gaandeweg uit tot koloniale nederzettingen van soldaten en slaafgemaakten. In de loop der tijd breidde de VOC haar macht steeds verder uit naar het binnenland, waar ze de inwoners dwong land te bebouwen, producten te leveren en olifanten te vangen. Het koninkrijk Kandy lag verschanst in het bergachtige binnenland en was de enige lokale macht die lang stand wist te houden tegen het koloniale geweld van de Portugezen en later de Nederlanders. Tweemaal organiseerde de Nederlandse gouverneur Lubbert-Jan van Eck een militaire expeditie om Kandy te bezetten. De eerste keer, in 1764, was het leger van de VOC niet opgewassen tegen de oorlogstactieken van de Kandianen in het bergachtige binnenland. Toen ook de moesson losbarstte, waren de Nederlanders gedwongen zich terug te trekken richting kust. Een jaar later viel Van Eck het koninkrijk via meerdere kanten binnen met extra troepen die hij had gerekruteerd op Java en in India. Van Eck slaagde erin het koninklijk paleis in Kandy te bereiken. Tot een grote veldslag kwam het niet, want de koning was met zijn hofhouding gevlucht naar diens buitenpaleis in het Uvagebergte in het zuidoosten. De Nederlanders plunderden de stad en bezetten deze zes maanden. Totdat een gebrek aan voedselvoorraden, ziektes en aanhoudend verzet van de Kandianen de VOC noopten de stad te verlaten.
De expeditie van 1765 en de aftocht later dat jaar zijn afgebeeld: de rode lijnen zijn de routes die Nederlandse bataljons vanuit de kustgebieden naar het koninkrijk volgden. Je ziet waar ze de rivier overstaken en waar ze hun basiskamp opsloegen. Ook de verdedigingswerken, paleizen en tempels van Kandy zijn ingetekend (aan de onderzijde van de binnenste cirkel), evenals de vluchtroute van de koning en zijn gevolg naar zijn zomerpaleis (boven in de middelste cirkel).
De oorlogstrofeeën die Van Eck en zijn manschappen roofden uit het paleis van Kandy zijn te zien in de vaste opstelling van het Rijksmuseum in Amsterdam. Sri Lanka wil de objecten graag terug.
De dynamiek van de delta
De rivierdelta van Rijn, Maas en Schelde, die het kustgebied van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden vormt, was altijd onderhevig aan veranderingen. Zeestromingen, sedimentatie en stormen leidden tot een aanhoudend proces van kustafslag en landaanwas. Nieuwe kaarten verouderden al snel. Dat ondervond ook de jonge waterbouwkundig ingenieur Jan Blanken Jansz. na zijn aanstelling in 1775 als opzichter van de Zuid-Hollandse eilanden Voorne, Goeree en Overflakkee. Om de veranderingen van het eiland West-Voorne (Goeree) in beeld te brengen, gebruikte hij een oudere, gedrukte kaart uit 1701. In 1789 tekende Blanken de actuele kustlijn als een blauwe band op de in zwart gedrukte oude kaart (kaart 4, zie openingsbeeld).
Zo is te zien dat Goeree vooral aan de noordkant terrein had moeten prijsgeven aan de Noordzee. De golven hadden een deel van de polder ‘Het Oude Nieuwe Land’ verzwolgen. Dwars door deze polder tekende Blanken een nieuwe kustlijn in blauw (zie boven), en in lichtbruin met arcering een nieuwe dijk. En langs de noordkust bracht hij rode bergjes aan, die een nieuwe, verplaatste duinenrij voorstelden. Aan de zuidzijde, iets ten zuiden van Het Oude Land van Diepen Dorst, is een smalle strook buitendijks land verloren gegaan. Aan de west- en oostkant van het eiland is er juist een aanzienlijke aanwas van land. Die gebieden hebben een lichtbruine kleur gekregen. Aan de zuidoostzijde waren de veranderingen het grootst. Hier werd in 1751 de Statendam aangelegd (de zuidoost lopende, rechte lijn rechtsonder op de kaart) die tot sterke aanslibbing aan de westkant ervan leidde. In 1803 tekende Blanken opnieuw een kaart van dit gebied. De situatie van de vaargeulen rond Goeree was veertien jaar na de kaart uit 1789 al duidelijk gewijzigd. De kaarten van Jan Blanken zijn blijvende getuigenissen van hoe de kust in een dynamische delta voortdurend verandert.
Glas-in-lood-plattegrond van Leiden
Bijna een eeuw nadat de kunstwereld aan het begin van de 20e eeuw in de ban van abstractie raakte, bracht de Leidse grafisch ontwerper Jos Agasi met zijn plattegrond van Leiden een hommage aan De Stijl (kaart 5).
Het centrum van Leiden met zijn straten- en grachtenpatroon blijft goed herkenbaar, hoewel Agasi de plattegrond heeft teruggebracht tot rechte lijnen en primaire kleuren. De straten zijn zwart gekleurd, de belangrijkste hebben een grotere lijndikte. Ook pleinen en stadswallen zijn zwart ingekleurd. De beide armen van de Rijn en de vele grachten zijn grijs gekleurd. Alleen met de geblokte lijnen in licht- en donkergrijs linksboven, voor de spoorlijn, zondigt Agasi tegen de regels van De Stijl. Een deel van de bebouwing en de parken is wit gelaten. En ook aan het verdere gebruik van de kleuren geel, rood en blauw lijkt geen duidelijke betekenis verbonden te zijn. De gekleurde vlakken lijken eerder bewust min of meer evenredig over de plattegrond verdeeld dan dat ze wijzen op specifieke functies van de gebouwen. Agasi vertegenwoordigt de groeiende groep kunstenaars en grafisch vormgevers die al dan niet geografische data (zoals liefde, geluk) in een vorm van mapping presenteren. Je zou ze kunnen aanduiden als kunstcartografen.
Verticale Chinese wereldkaart
Traditionele horizontale wereldkaarten, zoals de klassieke mercatorprojectie, vertekenen en vergroten de gebieden rond de Noord- en Zuidpool. De Chinese geofysicus Hao Xiaoguang presenteerde na jarenlang onderzoek naar nieuwe projecties aan het begin van de 21e eeuw een reeks verticale wereldkaarten. Deze zijn geprojecteerd rond beide polen, en in het kaartbeeld staan het ‘Rijk van het Midden’ (lees: China) en de Indische Oceaan centraal. Met deze kaarten presenteert de Volksrepubliek China een nieuwe geopolitieke visie op de wereld, waarin deze een hoofdrol voor zichzelf ziet weggelegd. In de afgebeelde kaart uit 2013 wordt Europa op zijn plek gezet als ‘bijlage’ van Azië. Noord-Amerika staat ‘ondersteboven’ en is afgesneden van Zuid-Amerika, dat linksonder bungelt. Afrika is enorm, maar ligt excentrisch (kaart 6).
Hao’s verticale ontwerp wordt tegenwoordig in China in brede kring gebruikt, van geografielessen in het onderwijs tot het civiel-militaire BeiDou satellietnavigatiesysteem. Afrika en Eurazië hebbenop Hao’s kaarten een prominente plaats. Dit ‘wereldeiland’ is immers de geografische focus van het ambitieuze Belt and Road Initiative (BRI), dat president Xi Jinping in 2013 lanceerde. Met Hao Xiaoguangs verticale wereldkaarten promoot China voor de eigen bevolking een complete verandering van het wereldbeeld. De kaarten weerspiegelen niet alleen deze geopolitieke wending, in het gebruik creëren ze ook China’s nieuwe wereldbeeld.
Verfrissend
In het voorwoord ‘De reizende wijsvinger’ schrijft Ilja Leonard Pfeijffer ‘Ieder mens, hoe bevoorrecht ook, gaat pas houden van de plek waar hij geboren is wanneer hij andere plekken op de wereld heeft gezien en misschien zelfs dan niet. Het bekende lokt ons niet, want dat kennen we al.’ Deze selectie kaarten uit de collectie van de Universiteit Leiden werkt verfrissend. Het is niet enkel een visitekaartje voor de universiteit, maar ook voor de cartografie als geheel. Een mooie selectie waarin wel enkele bekende voorbeelden zitten, zoals die van de concurrentie tussen Blaeu en Janssonius, de strijd tegen de waterwolf en de Slag bij Waterloo, maar vooral heel veel kaarten die we niet eerder zagen. Allemaal gepresenteerd in handzame hoofdstukjes voorzien van inhoudelijke context en aanvullend kaartmateriaal om de inhoud van de hoofdkaart beter te kunnen duiden.
Voor deze kerst zitten we goed, want dit is het mooiste boek van 2022.