‘Het was dank zij Plancius dat het strenge Hollandsche Calvinisme zegevierde in Nederland. Het was ook aan hem te danken dat de Verenigde Provincies in de eerste helft van de zeventiende eeuw een maritieme en economische wereldmacht zijn geworden. De Westvlaamse theoloog en geograaf speelde eveneens een eersterangs rol in de evolutie van de cartografie en de grote bloei die deze in Holland kende sedert het einde van de zestiende eeuw’ (aldus de Belgische bibliothecaris en kaarthistoricus Antoine de Smet, 1974, in het Nationaal biografisch woordenboek van België).
Plancius en zijn kaarten
Belangwekkende Nederlandse geografen maken kans onderscheiden te worden met de Plancius-medaille van het KNAG. Vreemd genoeg komt Plancius zelf nauwelijks ter sprake in de tijdschriften van het genootschap.
In 1913 laat het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap een gouden medaille vervaardigen om elke twee jaar uit te reiken aan een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt voor de geografie en cartografie. Als afbeeldingen op de medaille wordt in overleg met cartograaf F.C. Wieder gekozen voor ‘de fraaie beeltenis van onzen geleerden aardrijkskundige en cartograaf Plancius en de bekende voorstelling van het vertrek der eerste Nederlandsche vloot naar Java, welke van zoo gewichtige gevolgen voor de verdere vorming van handel en wetenschap in ons land geweest is’.
Het is opmerkelijk dat er in de tijdschriften van het KNAG weinig aandacht voor Plancius zelf geweest is. Alleen ter gelegenheid van Plancius' 400e geboortejaar in 1952 is een artikel aan hem gewijd.
Wereldkaarten
Petrus Plancius werd als Peter Platevoet in 1552 geboren in het dorpje Dranouter in het West-Vlaamse heuvelland en overleed in Amsterdam in 1622 – dit jaar 400 jaar geleden. Plancius was vanaf 1585 predikant in Amsterdam, maar hield zich vooral bezig met het onderwijs in de navigatie en de voorbereiding van de Nederlandse reizen naar Oost-Indië. Hij was het die de eerste schepen voorzag van kaarten van de Indische wateren, die hij via de Portugees Bartolomeu de Lasso verkregen had. Plancius maakte ook een aantal wereldkaarten. De eerste is de kleine kaart uit 1590, die hierna is afgebeeld (figuur 1). Latere, grotere wereldkaarten verschenen in 1594 en 1604. Er zijn wel meer wereldkaarten onder zijn naam verschenen. Het is echter de vraag of Plancius daar zelf bij betrokken was of dat uitgevers enkel gebruik maakten van zijn goede naam. In 1602 werd Plancius de officiële kaartmaker van de in dat jaar opgerichte Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Het is te betwijfelen of hij die functie actief heeft uitgevoerd, want hij raakte verwikkeld in de felle, religieuze twisten tussen Arminius en Gomarus. Na 1602 heeft Plancius slechts heel weinig cartografisch werk vervaardigd.
In 1614 liet hij wel nog een aard- en hemelglobe maken door de Amsterdamse graveur Pieter van den Keere, met een diameter van 26,5 cm. De aardglobe is getekend naar een door Plancius ontwikkelde theorie over de relatie tussen de geografische lengte en de variatie van het kompas. Zo'n relatie is er niet en het kaartbeeld op die globe is dan ook ‘slechter’ dan van andere kaarten en globes.
Plancius was de officiële kaartenmaker van de Vereenigde Oostindische Compagnie
Bijbelse kaarten
Het niet zo verrassend dat Plancius als dominee ook diverse kaarten maakte die in bijbels opgenomen moesten worden. Gewoonlijk bevatten bijbels er vijf of zes: een wereldkaart en kaarten van de ligging van het paradijs, de veertigjarige woestijnreis, het heilig land, Jeruzalem en de reizen van de apostelen. Plancius maakte twee van zulke series, in 1590 en 1604 (resp. zonder en met Jeruzalem).
In de collectie van het KNAG bij het Allard Pierson is slechts één kaart van Plancius te vinden: een ongekleurde wereldkaart uit een bijbel (figuur 2). Het is een derde staat (afdruk van een gewijzigde koperplaat) van die uit 1590. Deze dateert van circa 1625 en de naam van Plancius is hier verwijderd. In het Allard Pierson is buiten de collectie van het KNAG ook nog een gekleurd exemplaar aanwezig van de eerste staat (figuur 1). De tweede staat verschilt alleen van de eerste door de toevoeging van de naam Magallanica in het grote zuidcontinent.
Het is een kleine kaart in twee halfronden, circa 28,5 x 51 cm, met een titel in het Latijn en het Nederlands. Die laatste luidt: Beschrijvinghe der geheeler werelt, van nieus in velen plaetsen verbetert door Petrum Plancium. In de staat uit circa 1625 is Plancius’ naam vervangen door ‘D.R.M. Mathes’. Beide kaarten hebben een Nederlandse tekst op de achterzijde met daarin een korte beschrijving van de herkomst van de volkeren op aarde als verklaring van het tiende hoofdstuk van het Bijbelboek Genesis.
Het gaat om een navolging van de kaart die Rumold Mercator in 1587 had uitgegeven. Omdat Mercators kaart in 1590 pas drie jaar oud was, zou je kunnen verwachten dat Plancius voor een bijbelkaart niet de moeite nam om na te gaan of er nog wat veranderd was. Maar hier liet Plancius al zijn geografisch-wetenschappelijke toewijding zien. Diverse gebieden werden door hem aangepast of toegevoegd, zoals IJsland, de Kaapverdische Eilanden, China en Japan, de Solomons Eilanden en de westkust van Noord- en Zuid-Amerika. Hieruit blijkt eveneens al zijn interesse voor Oost-Indië en de vaarweg daarheen.
Plancius vulde gebieden aan of toe, zoals IJsland, de Kaapverdische Eilanden, China en Japan, de Solomons Eilanden en de westkust van Noord- en Zuid-Amerika
Voor de tweede staat wijzigde D.R.M. Mathes niets, behalve dat hij zijn naam op de kaart liet graveren. Het is onbekend wie achter die initialen schuil gaat. ‘Mathes’ is vrijwel zeker een afkorting voor ‘matheseos studiosus’ (wiskundige) en niet zoals wel gesuggereerd is een Latijnse vorm van Matthyszoon (dat zou ‘Matthaei filius’ moeten zijn). Blijft over waarvoor D.R.M. staat. De eveneens voorgestelde optie ‘Dr. Rumold Mercator’ is onwaarschijnlijk. Ten eerste omdat Rumold Mercator al eerder, in 1599 overleed, en ten tweede omdat ook de andere vijf bijbelkaarten de initialen D.R.M. dragen. Noch Rumold, noch zijn vader Gerard Mercator maakte ooit bijbelkaarten.
Biografie
Petrus Plancius heeft veel betekend voor de reizen van de Nederlanders naar Oost-Indië en de oprichting van de VOC. Ook zijn bijbelkaarten en globes vertonen interessante vernieuwingen. Zijn waarde voor de cartografie werd in 1913 al erkend door het KNAG met de invoering van de Plancius-medaille. Het duurde daarna echter nog ruim dertig jaar voor er een biografie over Plancius verscheen, geschreven door Johannes Keuning (Petrus Plancius: theoloog en geograaf, 1552-1622, uitgave 1946). Dat werk is ook alweer ruim 75 jaar oud. Wordt het geen tijd voor een nieuwe biografie?