In deze column bezoekt Dan Assendorp kleine aardkundige elementen in Nederland die niet of slecht zichtbaar zijn en de kans lopen helemaal uit het landschap te verdwijnen. Dit is de laatste aflevering.
Kronkel in de meander
Overijssel grenst aan Friesland. Maar als je vanuit Zwolle richting Friesland rijdt, kom je altijd nog door een andere provincie. Het is een keuze: via het nieuwe land door de Noordoostpolder of via het oude land langs Meppel. Persoonlijk vind ik de route via Drenthe het meest afwisselend. Langs de uitlopers van de Havelterberg en de Woldberg kom je bij de Stellingwerven Friesland binnen en kruis je al snel de Linde of, in het Fries, de Lende. Dit riviertje stroomt net als de Tsjonger (of Kuunder) in zuidwestelijke richting.
Het Saale ijsmassief heeft hier zo’n 160.000 jaar geleden de stroomrichting bepaald door een aantal parallel lopende depressies uit te slijten. De Lindevallei raakte pas veel later gevuld met veen, dat voor een deel weer in de kachel verdween. Vlak voor Wolvega is de vallei een petgatenlandschap – met plassen ontstaan door veenafgraving. Verder stroomopwaarts krijgt de Linde meer het karakter van een beek in het zandlandschap. Sinds de vorige eeuw is het een rechte, gekanaliseerde watergang, terwijl het voorheen een vrij meanderende beek was. Dit is een bekend beeld van de vele beken in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland. Dat de kanalisatie op de lange termijn niet goed is voor de ecologische kwaliteit en het waterbeheer weten we inmiddels. Te veel en te vuil water stroomt te snel stroomafwaarts.
Gelukkig hebben we de oude kaarten nog. En stroomopwaarts van de Kontermansbrug tussen Oldeholtpade en De Hoeve zijn de oude meanders hersteld volgens het patroon op de historische kaart. Maar wat is een meander? Het is een lus in de rivier die erodeert in de buitenbocht en aangroeit in de binnenbocht. Kortom, meanderen is een proces en dat wordt nog wel eens vergeten. Langs de nieuwe ‘meanders’ van de Linde valt vooral aan de westelijke zijde op dat het intensief gebruikte landbouwgebied binnen 20 meter van de buitenbocht van een aantal lussen ligt. Natuurlijke uitbreiding door erosie is hier dus onmogelijk. De Linde heeft er wat kronkels bij gekregen, maar hermeanderen mag je het niet noemen. De nieuwe kronkels moeten op hun plaats blijven liggen.
De nieuwe kronkels moeten wel op hun plaats blijven liggen
De Linde is zeker klimaatrobuuster geworden en de ecologische kwaliteit is in potentie ook vergroot. Aardkundig is er echter niet zo veel spannends gebeurd, omdat het natuurlijk proces van erosie en sedimentatie nog steeds geen kans krijgt. Moeten we in het vervolg wellicht onderscheid gaan maken tussen een meander en een pseudomeander?