26 september 2023
Dan Assendorp
Fysisch Geograaf bij Hogeschool van Hall Larenstein

Laarder Wasmeren en Eem

Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2023
In de lijn van Dan
geologie
historische geografie
Opinie
Wasmeren
FOTO: ATSJE / WIKIMEDIA

In het vorige traject van ‘de lijn’ kwam het zichtbare deel van glaciaal Nederland al in beeld. We beklommen de Utrechtse Heuvelrug tot een hoogte van wel bijna 25 m boven NAP. Ten oosten van Hilversum gaat het weer omlaag naar het glaciale bekken van de Eemvallei. Maar hier is het nog steeds het zandlandschap. Het gebied rondom de Laarder Wasmeren heeft alle kenmerken die passen bij de heide, schapen en plaggen van het landbouwsysteem van de zandgronden. De boeren hebben het landschap uitstekend gelezen en hun werkwijze daarop aangepast. Daarmee hebben ze het landschap wel sterk naar hun hand gezet. De akkertjes van Laren, Baarn en Soest lagen niet te hoog en niet te laag, dus niet te droog en niet te nat. Maar bemesting was wel een vereist, dus deden de boeren er alles aan om voedingstoffen en mineralen vanuit een groot gebied op de akkertjes te krijgen. Daar hielpen de schapen bij door te grazen en te poepen. De poep in de potstal werd afgedekt met bosstrooisel en toen de bossen waren veranderd in heide, afgedekt met heideplaggen. Via de potstalmest kwamen de voedingstoffen en mineralen van een wel tien keer zo groot gebied op de akkertjes. De schapen leverden ook nog wol en daarom was het belangrijk de dieren te wassen Dat gebeurde in de Laarder Wasmeren. Hetzelfde gebied is later ook gebruikt als vloeiveld voor de rioolwaterzuivering en omliggende industrie. Inmiddels is de grond gesaneerd. Tijdens die werkzaamheden ontdekten fysisch geografen dat de stuifzanden rondom de Laarder Wasmeren ook al actief waren voordat de middeleeuwse boeren begonnen met begrazen en plaggen. Begraven bodems in het stuifzand bleken veel ouder dan gedacht.

De lijn van Dan verlaat Noord-Holland en we komen weer in de provincie Utrecht. Dit deel van de Utrechtse Heuvelrug is relatief laaggelegen en vochtig. Het oorspronkelijke veen is al lang afgegraven en als turf in de kachel verdwenen. In dit gebied zijn Drakenstein en Soestdijk bekende huizen verbonden met de Oranjes. Soestdijk is van oorsprong helemaal niet koninklijk, het past veel meer in de burgercultuur van de 17e eeuw en werd gebouwd door een Amsterdamse burgemeester. De ridderhofstede Drakenstein is meer een adellijk huis, dat zijn oorsprong al in de middeleeuwen kent, maar pas in 1959 werd gekocht door prinses Beatrix.


Het gebied dat we passeren, is doorsneden met allerlei infrastructuur: water, spoor en wegen. In de laagte loopt de Praamgracht, aangelegd om de turf te transporteren naar Utrecht. Er zijn zelfs plannen geweest om deze vaart geschikt te maken voor boten groter dan de pramen met hun platte bodem. Utrecht moest vanaf de Eem bereikbaar worden. Maar dat is er nooit van gekomen. Met de aanleg van het Merwedekanaal en later het Amsterdam-Rijnkanaal verviel die noodzaak. De Gooilijn is als spoorlijn van de HIJSM (Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij) gebouwd om te concurreren met de NRS (Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij) en Amsterdam met het Ruhrgebied te verbinden. Ook dat plan liep spaak. Vanaf Amsterdam zijn de bouwers nooit verder dan Zutphen gekomen. Station Baarn heeft wel nog steeds een koninklijke wachtkamer. De A1 en de A27 zijn van veel jonger datum. De nummering van de rijkswegen is in 1927 ontstaan: 1 tot en met 10, met de wijzers van de klok mee rondom Amsterdam. De A27 kwam in de nummering wat later, omdat die vanuit Utrecht loopt.


De geografische naam die internationaal onder geologen en geografen wellicht het bekendst is, ligt aan de oostelijke zijde van dit stukje lijn van Dan. Binnen de chronostratigrafie van Noordwest-Europa is een interglaciaal vernoemd naar het riviertje de Eem. Het glaciale bekken dat ontstond in de een na laatste ijstijd herbergt op ongeveer 10 meter diepte sediment dat specifiek is voor de periode tussen de twee laatste ijstijden. Het is vooral zand, dat is afgezet in een ondiepe zee. De huidige Eem kronkelt nu door een heel open veenweidelandschap. Zelfs voor Nederlandse begrippen is het erg plat. Op de geomorfologische kaart krijgt het de reliëfklasse 1: minder dan 25 cm hoogteverschil. Wat er aan reliëf is, komt niet boven je voeten uit.

Er is een geologisch tijdvak vernoemd naar het riviertje de Eem