Spaarnwoude, Halfweg, Schiphol

1 september 2022
Auteurs:
Dan Assendorp
Fysisch Geograaf bij Hogeschool van Hall Larenstein
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2022
In de lijn van Dan
fysische geografie
historische geografie
Opinie
BEELD: B.J. KÖBBEN/GEOGRAFIE
In de lijn van Dan: Halfweg tussen Haarlem en Amsterdam

Ten noordoosten van Haarlem roei ik eerst de Mooie Nel over. Een heel avontuur, want waar het Spaarne en de Liede samenkomen, ligt een ondiep meer met verraderlijke golfslag. Een echte ‘Mooien Hel’ werd het genoemd. Aan de overkant ligt een fraai voorbeeld van het Hollandse veenweidenlandschap met een middeleeuwse oorsprong. Nadat de strandwallen zo’n 5000 jaar geleden in het westen het uitgestrekte getijdenlandschap hadden afgesloten, ontstonden er rietmoerassen en broekbossen. Het zeewater bleef maar stijgen en stuwde het lichtere zoete grondwater op. Het afgestorven riet en hout kwamen onder water te liggen: dé manier om CO2 vast te leggen. Nu moet ik vanaf de Mooie Nel een krappe meter omlaag. Voordat de boeren hier het veen kwamen ontwateren moest je juist omhoog het veenmoeras in richting een geïsoleerde droge plek. Dit is de meest oostelijk gelegen strandwal met een middeleeuws ogend kerkje. Net een Fries romaans exemplaar  op een terp. De huidige vorm van de kerk is veel jonger dan gedacht en het bergje van hoogstens anderhalve meter hoogte is veel ouder. Fietsend naar het oosten over de Spaardammerdijk was het kerkje van Spaarnwoude altijd een baken, halfweg naar Halfweg. Tot 1844 was de kerktoren twee keer zo hoog en was het een baken voor de schippers op het IJ.

FOTO: BEN VAN MEERENDONK/AHF, COLLECTIE IISG, AMSTERDAM
De bietencampagne is begonnen bij Suikerfabriek Halfweg, oktober 1948.

Halfweg tussen Haarlem en Amsterdam moest je overstappen van de ene trekschuit op de andere om de haaks op de trekvaart staande, belangrijkste uitwateringssluis van Rijnland te passeren. De trekschuit vaart niet meer, maar de trein rijdt nog steeds. Van 1984, toen ik begon met studeren in Amsterdam, tot 1995, toen ik naar de andere kant van Nederland verhuisde, kwam ik hier bijna dagelijks met de trein langs. En elke keer keek ik even naar de gietijzeren spoorbrug uit 1868, het enige in situ restant van het oudste spoortraject van Nederland. Tot 1992 werd ik hier tijdens de bietencampagne getrakteerd op de kenmerkende bietenlucht. Daarvoor moet je nu naar Dinteloord of Hoogkerk. Vanuit de Haarlemmermeer werden de bieten over de ‘Bietenbrug’ gereden en daar viel wel eens een biet van de wagen, wat de brug gevaarlijk glad maakte.

En dan zijn we in de Haarlemmermeer, ooit een veel groter meer dan de Mooie Nel en nóg verraderlijker aan de noordoostzijde. Daar waar de zuidwestenwind met veel golven vastliep op de oever, zijn bij Schiphol veel schepen vergaan. Voor scheepvaart een risicovolle plek, voor luchtvaart nu een veilige haven. Voor zo lang als ik weet, is er al discussie over de locatie.

Hoe lang Schiphol een veilige haven blijft voor vliegtuig en passagier, weet ik niet.

Bij Schiphol zijn veel schepen vergaan