Niet alleen voor bollebozen
De aardrijkskundeolympiade is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de grotere in Nederland. Uitblinken mag weer op de middelbare school, en olympiades zijn daarvan een exponent. Maar de olympiade heeft niet alleen bollenbozen wat te bieden.
De aardrijkskundeolympiade wordt georganiseerd door de gelijknamige stichting en gecoördineerd door nationaal expertisecentrum SLO. De wedstrijd bestaat uit een voorronde en een finale. In de tweede week van maart maken leerlingen in de voorronde een theorietoets op school, met vier tot vijf casussen. Een aantal aardrijkskundedocenten levert de input, en Cito verzorgt de eindredactie. Fysische en sociale geografie wisselen elkaar af en één casus gaat altijd over een watervraagstuk in Nederland. De opgaven zijn in principe geschikt voor alle leerlingen in de bovenbouw van het vwo en de sterkste leerlingen in de bovenbouw van het havo. De toets geeft de allerbeste aardrijkskundeleerlingen van Nederland natuurlijk de kans zich te onderscheiden, maar vormt ook voor de andere leerlingen een uitstekende oefening.
De vijftien leerlingen die de toets het best maken, gaan naar de finale. Deze beslaat drie dagen in de eerste week van juni, met een theorietoets, veldwerk en een aantal activiteiten ter ontspanning. Vier leerlingen mogen uiteindelijk Nederland vertegenwoordigen op de internationale olympiade, dit jaar in Moskou.
Meedoen
In 2015 doen ruim 5000 leerlingen mee aan de voorronde. Dat is fors meer dan enkele jaren geleden (figuur 1 en 2), maar volgens ons kan dat aantal nog verder omhoog. Meestal zijn het de docenten die leerlingen op het idee brengen mee te doen. En met reden!
Allereerst biedt de olympiade een uitgelezen kans het excelleren te bevorderen. Daar is behoeft e aan. Uit allerlei onderzoeken blijkt namelijk dat het Nederlandse onderwijs aan de basis goed is, maar relatief weinig aandacht besteedt aan de meest begaafde leerlingen. Daarbij is inschrijven gratis. Voor iedere deelnemende leerling ontvangt de school een opgave- en een bronnenboekje en voor de docent een toelichting met een antwoordmodel.
De olympiade is op te nemen in het Plan van Toetsing en Afsluiting (PTA) en kan zo een vast onderdeel worden van het aardrijkskundecurriculum.
Meedoen biedt verder de mogelijkheid op school extra aandacht voor het vak aardrijkskunde te genereren. Het is prachtig voor de school als een leerling de finale haalt. En op school zelf kunnen de leerlingen met de hoogste score natuurlijk ook in het zonnetje gezet worden. Een school die meedoet met vijf van de zes olympiades (naast aardrijkskunde: biologie, natuurkunde, scheikunde, wiskunde en informatica) kan het predicaat olympiadeschool aanvragen.
Actualiteit
De theorietoets bij aardrijkskunde bevat vaak actuele contexten. In de voorronde van dit jaar zitten bijvoorbeeld opgaven over de ebola-epidemie en de aanleg van het Nicaraguakanaal, die in december is gestart (zie ook Geografie juni 2014) – contexten waarmee de leerlingen via het nieuws al enigszins bekend kunnen zijn. De opgaven gaan vaak dwars door de traditionele scheiding tussen fysische en sociale geografie heen. Een opgave als De Zeven Zeeën van Sindbad de Zeeman (voorronde 2015) gaat bijvoorbeeld over cartografie, culturele globalisering en over moessons.
De olympiade biedt gelegenheid te experimenteren met nieuwe manieren van toetsen. Vanzelfsprekend is er veel aandacht voor hogere denkvaardigheden (zie kader). Zo daagt de opgave Water in de stad van de toekomst (voorronde 2015) leerlingen uit te denken vanuit meerdere toekomstscenario’s. De theorietoetsen zijn geschikt oefenmateriaal voor het centraal examen. De geografische contexten en de vraagstelling vertonen namelijk veel gelijkenissen. Bovendien komen de hogere denkvaardigheden ook in het centraal examen aan bod. Door de grotere vrijheid voor de makers van de opgaven zou je de aardrijkskundeolympiade kunnen beschouwen als proeft uin voor het centraal examen. Nieuwe typen opgaven worden vaak eerst geïntroduceerd in de olympiade, en dan vooral in de finaleronde. In de komende finale in juni komt zeer waarschijnlijk een opdracht in QGIS.
Uitdaging
Het wedstrijdelement daagt leerlingen uit het beste uit zichzelf te halen. Meedoen aan de finaleronde is al leuk, uitgezonden worden naar de internationale aardrijkskundeolympiade is helemaal bijzonder. Dit evenement is gekoppeld aan het iGEO-congres, ieder jaar in een ander land. De opzet van de internationale olympiade vertoont veel gelijkenis met die van de nationale finaleronde en bestaat uit een theorietoets, veldwerk, een multimediaquiz en een excursieprogramma.
Geef met de olympiade uw leerlingen een extra kans hun grenzen te verleggen en hun horizon te verbreden. Iets waar u op school dagelijks mee bezig bent!
Hogere denkvaardigheden [KADER]
Higher thinking skills zijn een hot item in het onderwijs. Thinking skills, denkvaardigheden, beschrijven het gedrag dat iemand moet vertonen om een vraag te beantwoorden. De taxonomie van Bloom, gereviseerd door Anderson en Krathwohl, onderscheidt lagere (memoriseren, begrijpen, toepassen) en hogere denkvaardigheden (analyseren, evalueren, creëren). Op alle onderwijsniveaus kunnen vragen gesteld worden die een beroep doen op elk van deze denkvaardigheden. Van oudsher ligt de nadruk vooral op de lagere skills, maar de laatste jaren is er steeds meer aandacht voor het bevragen van hogere denkvaardigheden. In de olympiade krijgen leerlingen relatief veel vragen waarvoor ze hogere denkvaardigheden moeten inzetten. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn te vinden in de Wateropgave van Nederland (eindronde 2013), waarin de kandidaten een schematische kaart of croquis maakten over de watervragen in Nederland. Verder in Gronings aardgas (eindronde 2014), waarin leerlingen een mindmap maakten en een oplossing voor het vraagstuk formuleerden. En in Water in de stad van de toekomst (voorronde 2015), waarin ze vanuit toekomstscenario’s moesten denken. In de eindronde zijn de mogelijkheden om hogere denkvaardigheden te toetsen het grootst. Het gaat daar om een kleine groep kandidaten en er is sprake van centrale correctie.
www.aardrijkskunde-olympiade.nl
www.geoolympiad.org
BRONNEN
• Anderson, L.W., D.R. Krathwohl, et al. 2001. A Taxonomy for Learning, Teaching, and Assessing: A Revision of Bloom’s Taxonomy of Educational Objectives. Addison Wesley Longman.
• Bloom, B.S., M.D. Engelhart, E.J. Furst, W.H. Hill & D.R. Krathwohl 1956. Taxonomy of Educational Objectives. Handbook 1: Cognitive Domain. Longman.