Wegen zonder naam

13 april 2018
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2018
geschiedenis
Nederland
Opinie
FOTO: ROBERT VAN WILLIGENBURG
De kasseistrook bij Clinge (Hulst) in Zeeuws-Vlaanderen is inmiddels half verdwenen.

op zoek naar de verborgen kasseistroken van ons land

Kasseien lagen vroeger overal, tot ze stilaan moesten wijken voor straatklinkers, betonplaten of onder teerlagen verdwenen. Op enkele plekken bleven stukjes bewaard, en daarop draaien wielrenners nog altijd hun rondjes, ook in Nederland. Maar voor hoe lang nog?

 

Bij het dorpje Clinge, vlak buiten Hulst in Zeeuws-Vlaanderen, ligt een vergeten weg. Een weg die half is weggezonken en al voor een deel met gras is overgroeid. Aan het begin van de weg staat een boerderij waarvan het dak is ingestort. Overal liggen aangevreten voederbieten die tijdens de oogst van de kar zijn gevallen. Bandensporen verraden dat iemand hier met de fiets overheen is gereden. Terwijl dit toch niet veel meer is dan een rimpel in een akker vol vettige klei en overgelopen waterplassen. Pas als je de graspollen weg schraapt, komen de grote, bolle stenen tevoorschijn.

Een intensieve zoektocht naar de overgebleven kasseiwegen in ons land leidde naar deze plek. De verbinding zonder officiële naam, verstopt tussen de Bietenweg en de – bijzonder toepasselijk genaamde – Kijkuitstraat was ooit een van de hindernissen waarover de organisatoren van het Oost-Zeeuws Wielerweekend hun jaarlijkse wedstrijd organiseerden. Na een ongeval waarbij de cameramotor onderuit ging, besloten ze de korte maar rotslechte kasseistrook voortaan te mijden. Nu komt hier niemand meer. Geef het nog twee à drie jaar met zo nu en dan een bezoekje van een set zware tractorbanden, en de weg kan officieel als vermist worden opgegeven.

Spektakel

Organisatoren van wielerwedstrijden zijn dol op dit soort wegen, want waar kasseien opduiken volgt spektakel. Denk aan Hennie Kuiper met zijn plotseling lekke band vlak voor de finish in Roubaix, en de val van Adrie van der Poel op de Koppenberg tijdens de Ronde van Vlaanderen. De historische wegen geven de wedstrijden bovendien een eigen, vertrouwd gezicht. Spektakel vermengd met verhalen vanuit een lange wedstrijdgeschiedenis, daar lusten wielerliefhebbers wel pap van. Daarom koestert ParijsRoubaix zijn stenen zoals Wimbledon zijn gras.

Ook Nederland heeft hindernissen die van een vlakke wielerkoers een spektakelstuk kunnen maken, en waarop toerfietsers zich voor even wielrenner kunnen voelen. Meer dan genoeg om een boek over vol te schrijven, maar dan moet je ze wel eerst zien te vinden.

FOTO: ROBERT VAN WILLIGENBURG
De Waterhuisstraat (gemeente Terneuzen) ligt er nog goed bij.

Kasseienboek

Voor het boek Koersen over kasseien & kiezelstenen in Nederland is gezocht naar wat in Nederland nog resteert aan dit soort wegen vol zware stenen. Dat bleek geen gemakkelijke opgave; een landelijke lijst of database ontbreekt. Net als in België en Frankrijk begint dit soort weggetjes zomaar ineens achter een boerenerf of in de schaduw van een bomenrij. Vaak ontbreekt een naambordje. Sommige wegen kregen zelfs nooit een naam.

In 2014 vroegen het magazine Fiets en het online wielerplatform Hetiskoers! hun lezers waar in Nederland de langste, zwaarste en mooiste stroken met echte kasseien te vinden zijn. Uit het hele land stroomden reacties binnen. Overal bleken nog weggetjes verstopt waar alleen lokale fietsers weleens overheen rijden. Het Zeeuwse waterschap Scheldestromen en Staatsbosbeheer Drenthe bleken over gedetailleerde onderhoudskaarten te beschikken waarmee verborgen wegen zoals die bij het dorpje Clinge op te sporen waren. Ook uit gesprekken met lokale wedstrijdcomités en (oud-) wielerprofs kwamen flink wat bruikbare tips, zodat alle uithoeken van Nederland bezocht konden worden. Wat telkens opnieuw opviel, was de grote schoonheid van het landschap. Waar de vergeten wegen opduiken, toont Nederland zich van zijn meest fotogenieke kant.

Geplande wegen

Kasseiwegen kennen we in Nederland al eeuwen. Vanaf het moment dat binnenschepen in staat waren grote ladingen aan te voeren, kwam de aanleg op gang. Keien werden aangevoerd uit de mijnen ten zuidwesten van Brussel of uit de groeves langs de Maas ten zuiden van Luik. Aanvankelijk betaalden de lokale besturen van steden het werk uit eigen zak, zoals ’s-Hertogenbosch in 1741 begon met de aanleg van een nooit voltooide weg naar Luik.

Vanaf het begin van de 19e eeuw pakten Franse ingenieurs het pas echt planmatig aan. Napoleon had zijn Service des Ponts et Chaussées opdracht gegeven om het stelsel van zandwegen in ons land uit te bouwen tot een modern wegennet. Dat gebeurde professioneel, grondig en in een ongekend tempo. De weg van Parijs naar Amsterdam was zo’n planmatig aangelegde Napoleonsweg en voerde langs plaatsen als Zundert, Breda en Geertruidenberg. Op de Markt in Geertruidenberg liggen ze nu nog: de eeuwenoude, slijtvaste souvenirs uit het zuiden. Toen Napoleon in 1813 aftrad, zette koning Willem I de uitvoering van het wegenplan voort met de woorden ‘Geen land ter wereld is rijk genoeg om zich de weelde van slechte wegen te kunnen veroorloven’. Rijkswaterstaat werd vanaf dat moment aan het werk gezet.

CARTOGRAFIE: ANNA-GERDIEN BRUNA

Toen begin 20e eeuw het asfalt was uitgevonden, werd dat in een moordend tempo over de Noord-Europese wegen gewalst. De oorspronkelijke verharding van keien bleek een prima fundering. De meeste kasseiwegen zijn dan ook nooit écht verdwenen, maar slechts aan het zicht onttrokken. Af en toe komt er nog een rits stenen tevoorschijn als een weg wordt opgebroken of de asfaltlaag zo ver is versleten dat de onderliggende keien bloot komen te liggen.

Katholieke stenen

Wie kasseien zegt, denkt meestal aan Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen, met beruchte hindernissen zoals het Bos van Wallers, Carrefour de l’Arbre en de Oude Kwaremont. Toch liggen ook in Nederland nog wegen die zijn geplaveid met wielerhistorie. Tot veertig jaar geleden kon er ook hier worden gefietst over weggetjes met gaten groot en diep genoeg om er twee voorwielen tegelijk in te laten verdwijnen. Jan Raas, Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann reden wedstrijden over zulke wegen. De meest beruchte zijn verdwenen, maar een aantal kasseiwegen en -wedstrijden bestaat nog.

De mooiste en langste kasseiwegen van ons land vind je nu vooral nog in de gebieden die aan België grenzen. Ze liggen verzonken in de klei van Zeeuws-Vlaanderen, tussen de Brabantse akkers of leunend tegen het opstaande randje van het Maasdal. Kasseien zijn katholieke stenen, op hun plek in het land van koers en carnaval. Daarnaast heeft de Drentse Hondsrug nog heel wat lange flintenwegen (paden verhard met zwerfkeien uit de eigen bodem) in de bossen liggen. Op al deze plekken trekt eens per jaar een koers voorbij in een kort moment van erkenning, en voor een veel te klein publiek. Het is een circuit van vooral regionale wedstrijden dat de stroken bezoekt, van de Omloop van de Braakman en de Driedaagse van Axel in Zeeuws-Vlaanderen, de koersen door Brabantse dorpen zoals de Omloop der Kempen en de Houtse Linies bij Den Hout, tot de Ronde van Drenthe en de Jeugdtour Assen in het noorden. Alles bij elkaar een kalender vol koersen die vaak al decennia bestaan. Wedstrijden georganiseerd door kleine wielercomités voor de grote renners van morgen.

Goede verhalen

De verborgen kasseiwegen en kleine wielerwedstrijden houden elkaar nu nog in een innige omhelzing van wederzijdse afhankelijkheid, waarbij de keienstroken als onmisbare wedstrijdelementen het spektakel en karakter geven aan de wedstrijden en daarvoor van de lokale wielercomités een zekere mate van bescherming terugkrijgen. In Drenthe en Zeeuws-Vlaanderen zijn de lijntjes van de plaatselijke koersdirecteur naar de onderhoudsdiensten van de gemeente, Staatsbosbeheer of het waterschap kort. En anders wordt een bevriende aannemer gevraagd een handje te helpen bij het opknappen van een slechte weg. Wat gaten in de weg vullen of een veegauto over het parcours sturen is vaak zo geregeld. Bij het Waterschap Scheldestromen in Zeeuws-Vlaanderen, de Boswachterijen in Drenthe en de gemeente Moerdijk in Noord-Brabant werken toegewijde opzichters en wegbeheerders die al heel wat kasseiwegen van de ondergang hebben gered. Geen gemakkelijke opgave, want het vergt flink wat geld en de inzet van echte vaklui die een goed straatje kunnen leggen, en van die lieden zijn er niet veel.

Toch zijn juist in Zeeuws-Vlaanderen en Drenthe de afgelopen tien jaar opnieuw enkele kilometers aan keienwegen verdwenen. Ze zonken vanwege achterstallig onderhoud zo ver weg dat niemand ze ooit terugzag. Denk alleen al aan Clinge.

Wie bekommert zich om de laatste échte kasseiwegen van ons land als straks de kleine wedstrijden verdwijnen vanwege teruglopende sponsorinkomsten of vergrijzende organisatiecomités? Waar onze historische stadskernen beschermd worden door de allerstrengste erfgoedregels en -wetten, geldt voor de anonieme wegen buiten de bebouwde kom nergens in Nederland een in beleid of regels gevatte monumentenstatus. Ze zijn overgeleverd aan de goede wil van boswachters, dijkgraven en gemeenteambtenaren. De grootste bedreiging voor alle nog bestaande kasseiwegen schuilt al tientallen jaren in het gebrek aan onderhoudsbudgetten, opruimwoede en voortwoekerende verstedelijking. Wie ze beschermen wil, zal een verdedigingswal van goede verhalen moeten bouwen, anders redden ze het niet. Zo robuust als de kasseistroken zelf zijn, zo zwak is hun bestaanszekerheid.

straat
FOTO: ROBERT VAN WILLIGENBURG
Damesprofs op flinten in de Ronde van Drenthe.

Martijn Sargentini studeerde planologie aan de Universiteit van Amsterdam en werkt voor de Vervoerregio Amsterdam als programmamanager. Hij won de scriptieprijs van De Groene Amsterdammer en is daarna gaan schrijven voor tijdschriften als De Muur, Soigneur, Fiets en het online platform HetisKoers! In februari verscheen zijn boek Koersen over kasseien & kiezelstenen. Daarin worden de kasseistroken in Nederland letterlijk op de kaart gezet, met verhalen en ervaringen van bekende Nederlandse wielrenners en een uitgebreide geschiedenis van de wielerkoersen die over deze wegen werden en nog altijd worden verreden.
Koersen over kasseien & kiezelstenen. 216 p. in kleur met foto’s en kaartjes. Unieboek het Spectrum, € 24,99.

 

BRONNEN

  • Bax, C.A. 2012. Historie en toekomst: ruim honderd jaar verkeersveiligheidsbeleid en -kennis in Nederland. Leidschendam: Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid.
  • Ceukelaire, M., H.J. Tolboom et al 2014. Keihard bedreigd erfgoed – de kassei. De geschiedenis van onze steden met de voeten getreden. Brussel: Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen & Belgische Geologische Dienst.
  • Coeterier, J.F. 2001. De beleving van tijd. Wageningen: Alterra Research Instituut voor de Groene Ruimte.
  • Velde, S. van der 2007. Onderhoudsrapport Herstel & Veiligstellen Flintenwegen in de boswachterijen van Staatsbosbeheer. SBB Drenthe.
  • Woud, A. van der 2016. Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848. Amsterdam: Olympus.