De moderne mens heeft vele raadselachtige fenomenen voortgebracht. Een daarvan is de kermis. De kermis die voor ongeveer een maand is neergestreken op het Malieveld, is groot. De attracties beslaan meer dan de helft van het veld. De andere helft erachter doet tijdelijk dienst als overnachtingsplaats voor de kermismedewerkers en hun gezinnen. De enorme hoeveelheid trucks en grote caravans vormt een eigen en dichtbevolkte woongemeenschap. Die omvang verbaast me telkens weer.
Een vrijdag begin maart. Op het Malieveld worden al dagenlang voorbereidingen getroffen voor de City-Pier-City-loop. Er zijn grote witte tenten neergezet, overal staan dranghekken en het veld wordt omzoomd door lange, witte hekken. Verboden toegang. Daarbuiten zijn lange rijen blauwe Dixi’s, mobiele urinoirs, en tijdelijke fietsenrekken geplaatst. Mijn fietspad aan de noordwestkant van het Malieveld is afgesloten. Dat is zondag de finishstraat. Er zijn tribunes omheen gebouwd. Vlaggen wapperen in de wind.
Het is februari. Een grijze dag. Het Malieveld in Den Haag is leeg en groen. Zo zie ik het graag.