Een Nederlandse gedenksteen op Spitsbergen

1 mei 2020
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2020
expedities
Spitsbergen
Kennis
FOTO: COLLECTIE HET SCHEEPVAARTMUSEUM, AMSTERDAM
Eerste plaatsing van de gedenksteen op het kerkhof van de walvisvaarders op Amsterdameiland (Spitsbergen) in 1878.

Op een uithoek van Spitsbergen, hoog boven de poolcirkel, staat een oude gedenksteen. Onbeschut tegen de elementen siert hij het graf van walvisvaarders op  Amsterdameiland. Hoewel, siert? Er is een hoek van  afgebroken en de tekst is bijna niet meer leesbaar.

 

Het is 2008, de Spitsbergenreis met een driemastschoener heeft ons op Amsterdameiland gebracht. In de koude wind turen we naar het graf en de verweerde gedenksteen.  De pootafdrukken van een ijsbeer lopen er vlak langs, het spoor verdwijnt in de verte. De reis voert verder, maar het mysterie van de gedenksteen blijft bij. In de jaren erop wordt het geheim alsnog ontrafeld. Bij het  bewerken van de foto’s wordt de inscriptie eindelijk leesbaar.

In Memoriam
Spitsbergen of Nieuw-land
ontdekt
tot 790 30’/N breedte
door de Hollanders
-----------
Hier overwinterden 1633-1634
Jacob Seegersz en zes anderen
----------
Hier overwinterden
en stierven 1634-1635
Andries Jansz van Middelburg
en zes anderen

Dat Willem Barentsz in juni 1596 Spitsbergen ontdekte, vervolgens met zijn bemanning verder voer en op Nova Zembla moest overwinteren, is algemeen bekend. Maar de steen die we in 2008 zagen op Spitsbergen gaat over twee andere overwinteringen, waarvan de laatste tragisch afliep. In Geografie februari 2015 is te lezen hoe de Nederlandse walvisexploitatie in deze contreien werd gefrustreerd door de Basken. In 1632 plunderden die het – op dat moment verlaten – walvisstation op het eiland Jan Mayen. De schade was enorm en daarom besloten de Amsterdamse eigenaren de stations op Jan Mayen en Spitsbergen voortaan te laten bewaken door groepen overwinteraars. Met fatale gevolgen. De dagboeken van deze overwinteringen zijn bewaard gebleven en lezen als een spannende thriller.

FOTO: MARITIEM MUSEUM ROTTERDAM
De Willem Barents, waarmee tussen 1878 en 1884 zeven poolexpedities werden ondernomen, met in totaal vier gedenkstenen aan boord.

Poolexpeditie

Maar van wanneer dateert de gedenksteen die wij tegenkwamen, en wie plaatste hem? De zoektocht naar de herkomst van het monument bracht me bij het KNAG. Twee jaar na de oprichting in 1873 deed het Aardrijkskundig Genootschap pogingen om een Nederlandse marineofficier mee te laten varen op een buitenlandse poolexpeditie. Het doel was ervaring op te doen met poolreizen en daarna een eigen poolexpeditie op te zetten. Dit lukte toen Luitenant ter Zee 2e klasse Laurens Rijnhart Koolemans Beijnen meekon met de Britse expeditie van Sir Allen Young. Met het schip de Pandora werd koers gezet naar Canada en de westkust van Groenland. Ook het volgende jaar kon hij mee. Koolemans Beijnen was een groot voorstander van een Nederlandse poolexpeditie, omdat de zware omstandigheden in het poolgebied goed zouden zijn voor de vorming van marineofficieren. Een belangrijke drijfveer was ook het doen van wetenschappelijk onderzoek, dat in de 19e eeuw een professionaliseringsslag doormaakte. Over het gedrag van het noordelijke pakijs was nog weinig bekend en voor metingen aan het aardmagnetisme bestond veel belangstelling.

Nationale trots

Maar er was meer. De Amerikanen, Noren, Russen en Britten ondernamen in die periode poolexpedities en ‘kaapten’ historische plekken waar Nederlanders eeuwen tevoren hadden gezeten. Nederlandse plaatsnamen werden daarbij soms vervangen door nieuwe namen. Vandaar het voorstel om Nederlandse gedenkstenen te plaatsen op plekken van historisch belang. Het Comité voor de IJsvaart, mede opgericht door leden van het toenmalige Aardrijkskundig Genootschap, wist via crowdfunding geld bijeen te krijgen voor de bouw van een schip, een kleine schoener met de naam Willem Barents (zie ook het artikel over Louis Apol op Nova Zembla, in het januarinummer van Geografie). Met dit schip werden tussen 1878 en 1884 zeven poolexpedities ondernomen. Er gingen vier gedenkstenen mee, een voor Spitsbergen en drie voor diverse locaties op Nova Zembla. Direct al op de eerste tocht deed de Willem Barents Amsterdameiland aan. Het oude kerkhof bood een treurige aanblik. Door de vorst waren de doodskisten omhoog gedrukt. Kisten waren open

gebroken en schedels en beenderen lagen overal verspreid. De bemanning was twee dagen in de weer om de graven zo goed mogelijk te herstellen. Op 29 juni 1878 brachten ze de gedenksteen met een sloep aan land en plaatsten hem op het hoogste punt van het kerkhof tegen een daarvoor opgeworpen hoop stenen. De commandant hield een toespraak waarin hij aangaf dat de graven misschien langzaam vergingen, maar dat de herinnering aan en eerbied voor deze stoere mannen zou blijven bestaan. Daarna zette het schip koers naar Nova Zembla.

FOTO: NIMH FOTO
Foto uit 1906 met daarop de zojuist opgebouwde grafheuvel met de beide gedenkstenen.

Op herhaling

Zo’n twintig jaar later bleek dat de graven alweer in slechte toestand verkeerden. Op 12 juli 1906 vertrok er andermaal een schip – dit keer het pantserdekschip Hr.Ms. Friesland – vanuit Nederland om de oude graven van de walvisvaarders op Amsterdameiland te herstellen. Ze bleken in zo’n slechte staat, dat men besloot alle resten in een gezamenlijk graf onder te brengen en dit met een stapel grote stenen af te dekken. Vervolgens werd er een nieuwe gedenksteen geplaatst. Ook de oude steen die de bemanning van de Willem Barents in 1878 plaatste, kreeg daar een plekje. Tijdens de werkzaamheden vond ook een ontmoeting plaats met de Amerikaan Walter Wellman. Die had het plan om als eerste met een zeppelin de geografische Noordpool te bereiken en had daarvoor een loods gebouwd aan de overkant van de baai. Hij werd aan boord uitgenodigd om samen met de commandant de lunch te gebruiken. Wellmans expeditie flopte overigens en de zeppelin zou de Noordpool nooit bereiken.

Vanwege de ijsvorming konden slechts drie van de vier Nederlandse gedenkstenen worden geplaatst: op Amsterdameiland (1878) en Nova Zembla (1879 en 1881). Pas in 1930 kwam nog een (andere) steen op Jan Mayen te staan.

Nieuwe actie

De zoektocht naar de geschiedenis van de gedenksteen heeft zo’n mooi verhaal opgeleverd, dat inmiddels besloten is dit weer tot leven te wekken. De gedenksteen zal ter plekke worden opgeknapt en zo weer leesbaar zijn voor toekomstige bezoekers van Amsterdameiland.

Spitsbergen staat sinds 1920 onder beheer van Noorwegen, en de overheid heeft inmiddels toestemming gegeven voor de renovatie. Er is een expeditie in voorbereiding richting Amsterdameiland om de steen ter plekke te renoveren. De hele operatie wordt bekostigd door betalende passagiers mee te nemen. In september 2021 gaan de trossen los en er zijn nog plaatsen beschikbaar.