Veel speciaalbieren koesteren hun ‘Bier van Hier’-imago en pronken met hun lokale identiteit. Hoe diep gaat de verbondenheid met hun vestigingsplaats?
Het aantal grootschalige landacquisities is sinds de voedselcrisis in 2007-2008 dramatisch toegenomen. Tientallen miljoenen hectares land zijn sindsdien in buitenlandse handen gekomen. Niet alleen voor de productie van voedsel, maar ook voor biobrandstoffen en ecosysteemdiensten als CO2 -compensatie en natuurbescherming. Dit laatste heet ook wel green grabbing. Tenminste, als dit ten koste gaat van de lokale bevolking, wat onbedoeld vaak het gevolg (b)lijkt te zijn.
De afgelopen tien jaar is het aantal grootschalige transnationale landdeals sterk toegenomen. Er wordt zelfs gesproken van een global land rush. Veelal zijn het arealen tussen de 10.000 en 200.000 hectare. Volgens een schatting van de Wereldbank zou het alleen al tussen 2008 en 2010 gaan om 45 miljoen hectare.
Als 16-jarige scholier ging Boyan Slat uit Delft in Griekenland duiken met een vriend. Die dacht kwallen in het water te zien, maar Slat zag dat het om plastic zakken ging. Tijdens het duiken zag hij meer plastic dan vissen, vertelde hij later. Hij schreef er zijn profielwerkstuk over en startte het Ocean Cleanup-project.
Recent onderzoek toont aan dat er veel minder plastic in zee ronddrijft dan eerder werd verondersteld op basis van de geschatte hoeveelheid plastic die in zee terechtkomt. Waar het plastic blijft, is vooralsnog een raadsel. Mogelijk is onlangs de sleutel voor de oplossing gevonden.
Jaarlijks komen er miljoenen tonnen plastic afval in zee terecht. Zeestromen brengen dat bijeen in vijf gyren. Omvang, oorzaken, gevolgen en oplossingen voor een milieuprobleem dat nog niet echt op de agenda staat.
Oekraïne heeft de watertoevoer naar de door Rusland geannexeerde Krim afgesloten. Daarmee valt de hoofdslagader van de watervoorziening op het schiereiland, ooit aangelegd door de Sovjet-Unie, grotendeels droog. Hoe reageren de Russen daarop?
Een van de weinig opgemerkte verrassingen in het laatste IPCC-rapport was de aandacht voor geo-engineering, het bewust grootschalig ingrijpen in het klimaatsysteem op aarde. Steeds meer wetenschappers zien daarin een ‘Plan B’ voor het geval klimaatmitigatie en -adaptatie tekortschieten. Wat is geo-engineering precies en wat zijn de risico’s?
Mike Hulme, geograaf en een van de meest geciteerde klimaatwetenschappers, is een verklaard tegenstander van geo-engineering en pleit voor alternatieve strategieën. Geografen kunnen daarin volgens hem een belangrijke rol spelen.
Er is veel discussie en onvrede over de beoordeling van sociaalwetenschappelijk onderzoek en het grote gewicht van artikelen in Engelstalige wetenschappelijke tijdschriften – zie ook het ‘oktoberoffensief’ van de academische actiegroep Science in transition. De sociologen namen het voortouw met een scherpe analyse van hun huidige onderzoekspraktijk en een vurig pleidooi voor een evenwichtiger beoordelingssysteem. Moeten geografen zich daarbij aansluiten?