Fysisch geografen en aardwetenschappers willen hun kennis delen met de samenleving – ook via andere beroeps groepen. In deze reeks passeerden deltamanagers, tourgidsen, natuurgidsen, stadsecologen en bestuurders de revue. We sluiten af met de pabo. Daar worden immers door hoog opgeleide aardrijkskundedocenten de toekomstige leraren basisonderwijs klaargestoomd om jonge kinderen te leren met een geografische blik naar hun leefomgeving te kijken.
Is er binnen politiek en bestuur voldoende aardkundige kennis aanwezig om er zeker van te zijn dat de toekomst van ons landschap, van onze planeet, in goede handen is? Volgens planoloog en bestuurder Marijke van Schendelen zijn beleidsmakers geen alweters. Belangrijk is dat ze zich laten informeren door een deskundige staf en goede netwerken. Fysisch geografen moeten hun expertise ook beschikbaar stellen buiten de wetenschappelijke wereld.
Fysisch geografe Irene van Enckevort heeft bij het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) de opleiding tot natuurgids gevolgd. Nu ontwikkelt zij natuurlessen en -activiteiten en vertelt hoe het is gesteld met de aandacht voor aardkunde binnen het IVN.
Geert Timmermans is stadsecoloog bij de gemeente Amsterdam. Hij vertelt hoe belangrijk momenteel de inbreng van de fysische geografie is binnen de ontwikkeling van het stedelijk landschap.
Joop Rutgers is betrokken bij de opleiding tot nationaal gids van het ROC van Amsterdam. Daar probeert hij aankomende gidsen te interesseren voor de fysische geografie van Nederland.
Fysisch geografen kunnen aan de slag als wetenschapper, maar hun kennis ook doorgeven op middelbare scholen of lerarenopleidingen. Een aantal belandt echter op plekken waar ze hun kennis overbrengen op andere beroepsgroepen. Jan van Mourik spreekt in deze reeks met enkele van hen. De eerste is Jan van der Vleuten, die op de Delta Academy in Vlissingen fysische geografie doceert aan toekomstige deltamanagers.