De wereld rond

15 november 2020
Auteurs:
Florien Willems
webredacteur geografie.nl
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2020
geschiedenis
Kennis
Victoria, het schip van Magellan, na de doorsteek in Zuid-Amerika, via de Stille Oceaan op koers naar Azië, afgebeeld op een kaart van Ortelius uit 1589.

Magellaan ontdekt doorvaart via Amerika (1520)

Het is een van de belangrijkste reizen ooit gemaakt: de zoektocht naar een westelijke doorvaart van Europa naar Azië. Vijfhonderd jaar terug vaart Ferdinand Magellaan met een vloot van vijf schepen en 264 bemanningsleden op de Atlantische Oceaan. Ze zijn vanuit Sevilla op weg naar de Specerij Eilanden in Azië. Niet via de zuidelijke punt van Afrika, maar via Zuid-Amerika, langs een nog onbekende route.

 

Spanje en Portugal strijden in de 16e eeuw om de heerschappij over wereldwijde handelsroutes. Vooral de OostAziatische eilanden, in die tijd de Specerij Eilanden genoemd (nu: de Molukken), zijn een gewild doel.

De oude zijderoutes tussen Europa en Azië over land zijn te riskant geworden vanwege de Ottomanen. Dus wijkt men uit naar zee. De meest logische route loopt om de punt van Afrika. Portugal heeft echter het monopolie op dit traject; Spanje mag hier niet langs. In het verdrag van Tordesillas zijn beide grootmachten namelijk overeengekomen dat alles ten westen van de denkbeeldige lijn op 1770 kilometer ten westen van Kaapverdië het domein van Castilië (Spanje) is en alles ten oosten daarvan toebehoort aan Portugal (kaart).

Route van de expeditie naar de Specerij Eilanden, met de opdeling van de wereld volgens het Verdrag van Tordesillas.

Om Azië te kunnen bereiken moeten de Spanjaarden dus een westelijke route kiezen. Het bestaan van de Stille Oceaan is eind 15e eeuw bekend, maar een doorsteek tussen de Atlantische en Stille Oceaan is nog niet ontdekt. Ferdinand Magellaan leidt zijn vloot via die weg als eerste óm de wereld.

Magellaan Ferdinand

Magellaan wordt rond 1480 geboren in een Portugese adellijke familie. Zijn ouders overlijden als hij nog jong is. Magellaan brengt zijn jeugd door aan het hof van Eleonora van Habsburg (koningin van Portugal), waar hij wordt opgeleid tot schildknaap.

De Portugezen zijn in die tijd volop bezig de wereld te exploreren en gebieden in te lijven. Zo rondt Bartholomeus Dias als eerste de Zuidkaap van Afrika (1488) en vaart landgenoot Vasco Da Gama (1498) als eerste door naar India.

Ook de jonge Magellaan zeilt een aantal keer naar Indië en Oost-Afrika en is als kapitein betrokken bij diverse zeeslagen en veroveringen. Rond 1512 keert hij met een omvangrijke buit huiswaarts en besluit geografie en astronomie te gaan studeren.

Spaanse kroon

In Portugal krijgt de ervaren zeeman echter niet de erkenning die hij zoekt. Hij wil weer op ontdekkingstocht, maar koning Manuel I voelt er weinig voor om dat te bekostigen. Magellaans aanvragen voor een post bij de marine worden evenmin gehonoreerd en na een conflict met zijn leidinggevende op een expeditie naar Marokko bekoelt Magelaans relatie met het Portugese hof. Spanje gaat ondertussen door met het uitrusten van expedities. In 1513 bereikt Vasco Núñez de Balboa de Stille Oceaan door bij Panama het land over te steken. Dat brengt Magellaan op het idee een waterdoorgang te zoeken tussen de Atlantische en de Stille Oceaan. Wederom vangt hij bot bij de Portugese koning en gefrustreerd wendt hij zich tot de grote concurrent in Spanje, keizer Karel V.

Voor de Spanjaarden zou een westelijke doorvaart ideaal zijn. Karel V wil zijn imperium graag uitbreiden met koloniën in OostAzië en vooral de lucratieve Specerij Eilanden. Met een westelijke route omzeilen de Spanjaarden de Portugezen en de Afrikaanse piraten, die de Afrikaanse kust onveilig maken, en kan Spanje nieuwe gebieden confisqueren. Karel V besluit daarom de buidel te trekken en de Portugese durfal op expeditie te sturen.

Zuidelijke zoektocht

Met hulp van een astroloog en astronoom stippelt Magellaan de route uit. De doorsteek moet zich ergens in het zuiden van ZuidAmerika bevinden. Het is de bedoeling niet de wereld rond te zeilen, maar via dezelfde route terug te keren. Op 10 augustus 1519 vertrekt Magellaan vanuit Sevilla, met 264 man op 5 schepen. Ter hoogte van Kaapverdië steken ze de Atlantische Oceaan over richting Brazilië, waar ze half december aankomen. De vloot zet vervolgens koers naar het zuiden, dat de Spaanse Juan Díaz de Solís zo’n tien jaar eerder in kaart heeft gebracht.

Tijdens de barre overwintering breekt er opstand uit

Bij het Uruguayaanse stadje La Paloma vaart de vloot de Rio de la Plata op, in de hoop hier een doorsteek te vinden. Maar die blijkt er niet te zijn. De schepen moeten omkeren en zoeken verder, steeds zuidelijker. Langs de kust van Argentinië verkennen ze vele baaien en varen diverse zeearmen in, die geen van alle de verlangde doorsteek mogelijk maken. Als de winter op het zuidelijk halfrond intreedt, besluit Magellaan de vijf koude maanden – van april tot september – voor anker te gaan in een natuurlijke inham bij Puerto San Julián. Tijdens deze barre overwintering komen de kapiteins van drie schepen in op stand. Ze geloven er niet meer in en willen terug, maar komen om tijdens de gewelddadigheden. Een van de vijf schepen is eerder al verloren gegaan tijdens een kleine verkenningstocht. Magellaan wijst drie nieuwe kapiteins aan en de rust keert terug.

Vuurland

Als de lente aanbreekt, kan de vloot weer op ontdekkingstocht. Ze varen nog verder zuidwaarts en bereiken in oktober 1520 Cabo Vírgenes, het meest zuidoostelijke puntje van het Zuid-Amerikaanse vasteland. Tot hun grote vreugde blijkt het water bij deze kaap opvallend diep én brak te zijn: kenmerken van een zeestraat. Zou dit de gedroomde doorsteek zijn? Ze zeilen 600 kilometer door. Aan de rechterhand Patagonië, aan de linker Vuurland – zo genoemd door Magellaan omdat hij denkt het land te zien branden. Het blijken vuren van de bevolking te zijn. De zeestraat heet tegenwoordig de Straat van Magellaan. Na ruim een maand bereiken drie schepen het einde van de zeestraat en komen zoals gehoopt uit op de Stille Oceaan. Op het vierde schip is opnieuw een opstand uitgebroken, de kapitein wordt overmeesterd door de bemanning en als gevangene mee terug naar Spanje genomen.

Straat van Magellaan met in het zuiden Vuurland, op een kaart van Willem Janszoon Blaeu uit 1635.

Grote oversteek

De drie schepen varen op de Stille Oceaan in noordwestelijke richting. Na drie maanden komen ze aan bij Guam (onderdeel van de Noordelijke Marianen). Eindelijk een bewoond eiland. Maar terwijl de bemanning ernstig verlegen zit om eten en vers water, heeft de lokale bevolking heel andere plannen en rooft de schepen leeg. De Spaanse bemanning vermoordt daarop een aantal eilanders, steekt huizen in brand en neemt alsnog grote voorraden voedsel mee.

Ze passeren diverse Filipijnse eilanden, waar ze op enkele plekken kunnen foerageren en soms zelfs gastvrij worden onthaald. Ze grijpen hun bezoek ook aan om eilanders te kerstenen. De lokale heerser wordt gedoopt en tot koning benoemd. Magellaan belooft de nieuwe vorst dat de Spaanse manschappen hem aan meer macht in de regio zullen helpen in ruil voor proviand. De naburige eilanden kennen echter een lange traditie van eigen heersers en religies. Daar zit men niet te wachten op een ander geloof en een vreemde koning, en komt in opstand. Magellaan probeert het verzet met geweld neer te slaan, maar onderschat de slagkracht van de inheemse krijgsmachten. In de strijd tegen de krijgers van de leider Lapulapu op het eiland Mactan, komt Magellaan op 27 april 1521 om het leven. Hij zal dus nooit het bestemmingsdoel van zijn grote reis bereiken, de Specerij Eilanden.

De slag bij het Filipijnse eiland Mactan, waar Magellan op 27 april 1521 sneuvelt.
Magellaan sneuvelt in de strijd tegen inheemse krijgers op de Filipijnen en zal de Specerij Eilanden zelf nooit bereiken

De Specerij Eilanden

De overgebleven Spaanse bemanning moet zich herpakken en kiest Juan Sebastián Elcano als nieuwe aanvoerder. De door hen benoemde koning is echter tot de conclusie gekomen dat de Spanjaarden hem niet aan meer macht kunnen helpen, en besluit hen te vergiftigen. Een deel van de bemanning overlijdt, de rest vlucht.

Met achterlating van een van de drie schepen – er zijn niet genoeg mannen meer over – dolen de Spanjaarden een halfjaar tussen Filipijnse eilanden, doen nog er enkele aan en vinden uiteindelijk een gemeenschap die hen de weg naar de Specerij Eilanden wil wijzen.

Al vechtend en plunderend en door ziekte geteisterd bereikt de gedecimeerde bemanning op 8 november 1521 uiteindelijk de Specerij Eilanden. Na meer dan twee jaar is het doel bereikt. De handel met de bevolking verloopt soepel en de schepen worden volgeladen met kruidnagel, kaneel en andere specerijen. De Spanjaarden gaan vriendelijk om met de bevolking en vinden de eilanden prachtig. Tot kolonisatie zal het nooit komen.

Terugreis

Uit angst voor de Portugezen, die ook handel drijven in de regio, willen de Spanjaarden er weer snel vandoor. Een van de twee schepen blijkt echter te zwaar beladen en maakt water. Na reparatie zal het enkele maanden later alsnog de thuisreis aanvaarden, via dezelfde route als op de heenweg. Door voedselgebrek en slecht kapiteinschap zal het dit schip niet goed vergaan. Uiteindelijk keren slechts vier bemanningsleden terug in Europa – als gevangenen op een Portugees schip.

Het andere schip, dat eerder vertrekt, kiest de westelijke route die eigenlijk is voorbehouden aan de Portugezen. De Spaanse Victoria vaart via allerlei Aziatische eilanden en doet er vervolgens maanden over om de Indische Oceaan over te steken, omringd door niets dan water. Uiteindelijk komt Afrika in zicht. Aan boord heerst honger en dorst, maar de angst voor de Portugezen is te groot om ergens aan te leggen en te foerageren. Veel bemanningsleden krijgen een zeemansgraf.

Een dag verloren

De Zuidkaap wordt gerond, een confrontatie met de Portugezen blijft uit en het schip koerst langs de West-Afrikaanse kust naar het noorden. Bij Kaapverdië besluit de kapitein aan te meren, hoewel de eilandengroep onder Portugees bewind staat. Het is simpelweg niet langer vol te houden zonder drinken en eten. Met het verhaal te zijn verdwaald op de terugweg vanuit Amerika komen de Spanjaarden net weg, al blijven er in de haast om te vertrekken dertien bemanningsleden achter. Van de Portugezen op Kaapverdië horen ze dat het een dag later is dan gedacht. Ze hebben de wereld gerond en zijn de datumgrens gepasseerd!

Het duurt nog twee maanden voordat ze Spanje in het vizier krijgen. Op 8 september 1522 legt het schip, met slechts 18 van de 265 oorspronkelijke bemanningsleden plus 4 opgepikte Timorezen, aan in Sevilla. Ze worden groots en feestelijk onthaald. Ze waren al lang dood gewaand en de blijdschap over hun terugkeer is enorm. De dertien in Kaapverdië achtergebleven bemanningsleden worden later door een ander Spaans schip opgepikt en komen uiteindelijk ook thuis.

Magellaans erfenis

De beloning voor de bemanning is echter uiterst mager; ze moeten het doen met de complimenten van de koning. Magellaan, die de tocht niet heeft volbracht, krijgt uiteindelijk de meeste eer. Naast de ontdekte zeestraat worden er allerlei dieren (met als bekendste de magelhaenpinguïn), sterrenwolken, een gps-systeem, een missie van Nasa, een enorme telescoop en nog meer naar de Portugese ontdekkingsreiziger vernoemd.

FOTO: FLORIEN WILLEMS
Magelhaenpinguïns