Het nieuwe voetballen
Zo’n 35 jaar geleden – ik was nog jong, mooi en gespierd – werkte ik in de zomervakanties op Sportpark De Vijfsluizen in Vlaardingen. Het sportcomplex van de Shell had drie voetbalvelden, zes tennisbanen, een vijftigmeterbad, een atletiekbaan, een statig clubgebouw met een mooie sporthal en een prachtig park. Van de Shell voor zijn werknemers. Mijn vader werkte bij de Shell, in Pernis, vandaar.
Wat deed ik daar? Geld verdienen natuurlijk. Vuilnisbakken legen, onkruid wieden, de tennisbanen en de sintelbaan onderhouden, gras maaien, hekken repareren, het zwembad schoonhouden. En voetbalvelden verzorgen, dat was het mooiste.
De pomp langs de slootkant zetten, de slangen uitrollen en de sproeiers aankoppelen. De dieselmotor van de pomp aanzetten en spuiten maar. Elk uur de sproeiers verplaatsen, en daarna op naar het volgende veld. Op droge, niet-sproeidagen moest het gras worden gemaaid, in strakke banen. Af en toe werden de velden bemest, met kunstmest of gedroogde kippenmestkorrels. De kale plekken voor de doelen – na een seizoen voetballen – zaaiden we opnieuw in en werden eveneens bemest. In augustus moesten we de velden weer ‘uitzetten’, voor het nieuwe seizoen. Doelen plaatsen en kalklijnen trekken – de middencirkel door een ijzerdraad op maat (9 meter 15) te binden tussen het kalkkarretje en een pen die in de middenstip werd gestoken. Soms liet die draad los en vloog je uit de bocht, vloeken, tieren. Ik heb nooit meer zulk leuk werk gehad.
Ondanks het pleidooi voor meer groen in de stad maken voetbalgrasvelden steeds vaker plaats voor kunstgras
De velden van TSB (The Shell Boys) behoorden tot de beste van de regio. Mijn toenmalige voorman op het Sportpark droomde van kunstgras. Toen al. Kunstgras had veel minder onderhoud nodig en was dus veel goedkoper, zo redeneerde hij. Uiteraard protesteerden wij: voetballen op kunstgras was vloeken in de kerk. Nooit meer kalk aan de schoenen, nooit meer groene grasvlekken op de kousen, nooit meer de geur van vers gemaaid gras, nooit meer van die heerlijke lange slidings.
Nu, na 30, 35 jaar komt zijn droom uit. Ondanks het pleidooi voor meer groen in de stad om het hitte-eilandeffect te temperen, maken de voetbalgrasvelden steeds vaker plaats voor kunstgras. Want dat betekent een flinke besparing.
Het lijkt op gras en het heeft de kleur van gras. Het zal ook ongetwijfeld lekker voetballen, maar het blijft kunstgras. Kunst is namaak.