Camp Fire is een vreemde naam voor de enorme brand die Californië in november 2018 teisterde. Maar het is nu eenmaal de gewoonte een brand te vernoemen naar de plaats waar hij begon en dat was in dit geval bij Camp Creek Road. Daar loopt een bijna honderd jaar oude hoogspanningslijn van de Pacific Gas and Electric Company (PG&E), een Amerikaanse stroomgigant met een slechte reputatie. Die waarschuwde de inwoners twee dagen vóór de brand dat ze mogelijk afgesloten zouden worden van elektriciteit omdat het erg hard zou gaan waaien en zeer droog was.
Op 7 november werd een deel van Paradise, een stadje met 27 duizend inwoners, inderdaad afgesloten. Hoewel de National Weather Service de code rood had afgegeven tot 9 november, werd de power line op 8 november niet uitgeschakeld. Op die dag braken er om 6.15 uur ’s ochtends door een harde, hete valwind elektriciteitskabels aan een mast bij Pulga in de buurt van de Poe Dam. De vonken veroorzaakten brand op de kurkdroge ondergrond. Die werd om 6.33 uur gemeld.
Om 6.44 uur stond er al 4 hectare in brand en tien minuten daarna was de eerste brandweerman ter plekke. Hij zag het vuur razendsnel om zich heen grijpen, maar kon weinig uitrichten, want de plek was onbereikbaar voor brandweerauto’s, en de inzet van helikopters of blusvliegtuigen was uitgesloten vanwege de duisternis (de zon was nog niet op) en de harde wind. Ongeruste inwoners van Paradise belden alarmnummer 9-1-1, maar kregen te horen dat de brand nog ver weg was en zich aan de overkant van de canyon van de Feather River bevond. Evacuatie was nog niet aan de orde. Maar snel daarna daalden de eerste vonkenregens neer op Paradise.
Om 8.00 uur ontstonden de eerste branden. Het vuur was de canyon niet over de grond maar via de lucht overgestoken. Even later werd bevel tot evacuatie gegeven. Volgens het evacuatieplan zou dat per zone moeten gebeuren, afhankelijk van waar de brand oprukte. Maar het vuur kwam van alle kanten. Duizenden mensen belden 9-1-1, maar daar zaten slechts twee telefonistes. Het systeem om mensen te alarmeren werkte niet; zeventien telefoonmasten gingen in de brand verloren. Van een geordende evacuatie kon geen sprake zijn. Niemand hoefde op hulpdiensten te rekenen. Uitvalswegen raakten verstopt doordat ze te smal waren en iedereen tegelijk weg wilde. Het vuur rukte op tot de uitvalswegen, bos en berm stonden in brand. Door de enorme rookontwikkeling leek het wel nacht. Mensen verlieten in paniek hun auto’s en vluchtten te voet, onder andere naar een parkeerplaats met betonnen platen. Bulldozers schoven achtergelaten en uitgebrande voertuigen aan de kant om andere doorgang te verschaffen. Er kwamen 84 inwoners in de vlammen om, sommigen in of bij hun huis, anderen in hun auto.
Een week later, op 15 november waren er nog 5596 brandweerlieden met 622 brandweerauto’s, 103 bulldozers en 24 helikopters bezig het vuur te bestrijden. Ze kwamen uit heel Californië en andere staten.
Op 17 november bezocht president Trump de rampplek en wees niet klimaatverandering maar slecht bosbeheer als oorzaak aan. Op 21 november begon het hard te regenen en doofde het vuur langzaam. Op 25 november had Cal Fire (Californian Department of Forestry and Fire Protection) de brand eindelijk onder controle. Er was 62.000 hectare in vlammen opgegaan.
Op 3 december werd het aantal doden vastgesteld op 85, behalve in Paradise ook in de naburige dorpjes Concow en Magalia. PG&E werd verantwoordelijk gehouden voor de ramp en ontving een schadeclaim van 30 miljard dollar.
Een jaar later, in de december 2019, kwam het bedrijf tot een schikking van 13,5 miljard dollar met de gedupeerden en in juni 2020 werd PG&E schuldig bevonden aan de dood van 84 mensen.
BEELD: JOSHUA STEVENS/NASA