Hoogopgeleiden verhuizen in hun leven veel vaker dan mensen zonder hbo- of wo-diploma. Hun verhuispatronen vanwege studiefaciliteiten en carrièremogelijkheden hebben geleid tot een toegenomen concentratie van kenniskapitaal in de Randstad en enkele universiteitssteden daarbuiten.
In een tijd waarin onze bioscopen overspoeld worden door een eindeloze stroom superheldenfilms, is het goed om te zien dat gewone mensen ook helden kunnen zijn. Daarvoor hebben ze geen superkrachten,andere bovenaardse eigenschappen of hulpmiddelen nodig. De documentaire ‘Amsterdamse Helden’ van Julia Strijland gaat over zulke alledaagse helden en wat iemand eigenlijk tot ‘held’ kan maken.
Het dreigt een terugkerend ritueel te worden: een dringende oproep uit het aardbevingsgebied om de problemen op te lossen, bussen vol Groningers naar Den Haag, een debat waarin alle partijen de regering tot spoed manen, de regering die toezegt nu echt de eerdere beloftes na te komen. De brief van de betrokken gemeenten, de provincie en regionale belangengroepen aan de Tweede Kamer liet aan duidelijkheid niets te wensen over. De afhandeling en aanpak van aardbevingsschade en versterking gaat langzamer in plaats van sneller. Maar het grootste probleem is het groeiende wantrouwen in de overheid en het verdwijnende geloof dat het nog goed komt.
Begin jaren zeventig van de vorige eeuw werden in Gent in de wijk Rabot drie woontorens van 17-hoog gebouwd. Nog geen vijftig jaar later zijn ze alle drie alweer gesloopt. Een kleine 600 flatwoningen zijn verdwenen en worden nu vervangen door 360 appartementen in veel lagere gebouwen (3- tot 9-hoog) op dezelfde plek.
De afgelopen weken volgde Marco Bontje met grote (en stijgende) verbazing het Nederlandse bevolkingsgroeidebat. Waar komt dit ineens vandaan, waarom moet het nu op de agenda, en wat is nu precies het nieuws?
In mei ontving de Roeterseilandcampus van de Universiteit van Amsterdam een RIBA Award of International Excellence, een prijs voor 'excellent new buildings'. Maar is het gerenoveerde universiteitsgebouw wel terecht onderscheiden? Marco Bontje schijnt er zijn licht op.
De fiets wint in Nederlandse steden steeds meer terrein op de auto. In Amsterdam vond in 2015 32 procent van alle verplaatsingen per auto plaats en 27 procent per fiets. Als alleen naar de verplaatsingen van bewoners gekeken werd, won de fiets het zelfs al van de auto: 36 procent op de fiets en 24 procent in de auto (zie het mobiliteitshoofdstuk van ‘De Staat van de Stad’, OIS 2017). De kans is groot dat het fietsaandeel daarna verder gestegen is en het autoaandeel verder gedaald. In kleinere studentensteden met verhoudingsgewijs nog meer fietsers als Utrecht, Nijmegen of Groningen zullen die verhoudingen ongetwijfeld zelfs nog meer ‘pro-fiets’ zijn.
In oktober boden gemeenteraadsleden van D66, GroenLinks en NIDA het stadbestuur van Rotterdam de initiatiefnota ‘Ruimte voor street art’ aan. De gedachte achter deze nota lijkt op het eerste gezicht sympathiek: de gemeente zou niet uit alle macht moeten proberen de openbare ruimte schoon te houden, maar ruimte en gelegenheid moeten bieden aan stadsbewoners (en dan vooral jongeren en kunstenaars) om de stad mooier te maken. Maar er zitten vreemde tegenstrijdigheden in de nota en de argumenten waarmee deze verdedigd wordt.
Studiejaar 2016-2017 is afgelopen en studiejaar 2017-2018 begint. Zo’n wisseling van studiejaren gaat altijd samen met selectieve migratiestromen naar en van universiteitssteden. Een nieuwe lichting 18- en 19-jarigen stroomt de universiteitssteden in, een instroom die blijkbaar bijna elk jaar weer voor verrassingen zorgt. Worden de studentenaantallen stelselmatig onderschat of is de verdeling over studies en/of steden zo moeilijk vooraf in te schatten?
Marco Bontje discussieert mee over de verengelsing van het onderwijs: Als het over Nederlands of Engels op universiteiten gaat, lijk je tegenwoordig alleen maar voor of tegen te kunnen zijn. De ‘pro-Nederlands’ en ‘pro-Engels’ kampen graven zich steeds dieper in hun schuttersputjes in, een goede discussie hierover wordt zo steeds moeilijker.