In november wees geografie.nl op een recent artikel in De Groene Amsterdammer over het verdwijnen van voorzieningen op het Nederlandse platteland. Dit zou het resultaat zijn van een terugtrekkende overheid en leiden tot groeiend onbehagen op het platteland. Een groep geografen en sociologen schreef gisteren een weerwoord in De Groene. Een van hen, Frans Thissen, licht het hier graag toe.
Op 7 januari 2021 is Jan Koetsier overleden. Hij zou in februari 91 worden. Jan was vanaf 1968 tot en met 1987 als sociaalgeograaf verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Vanuit die functie heeft hij van 1974 tot 1997 een belangrijke rol gespeeld binnen het KNAG. Hij was lid van diverse commissies, lid van de Genootschapsraad (1983-1993), secretaris van het KNAG-hoofdbestuur (1979-1983), recensieredacteur van het Geografisch Tijdschrift, later Geografie (1990-1994), maar vooral een lange tijd (1979-1997) actief binnen de Commissie Studiereizen. Het reizen loopt als een rode draad door zijn leven.
De Zeeuwse kust trekt elk jaar weer drommen toeristen, maar ook landinwaarts is er veel te ontdekken: intieme dorpspleinen, monumentale kerken en pittoreske woningen; een wirwar van dijken die uitzicht bieden op landbouwgronden en dorpssilhouetten. De gemeente Borsele ontwikkelde met vallen en opstaan een ruimtelijk kwaliteitsbeleid en voorzag in een nieuwe naam – Landschapspark Borsele – en een verhaal.
Op 14 juni is het 100 jaar geleden dat de Wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee werd afgekondigd. De plannen en aanpassingen van het Zuiderzeeproject weerspiegelen de tijdgeest en ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving en ruimtelijke ordening. Krijgen de Zuiderzeewerken anno 2018 wel de waardering die ze verdienen?
Inleiding tot de serie artikelen over het veranderende Nederlandse platteland in het tijdschrift Geografie van januari 2015. Thema's als bevolkingsdaling, industrialiserende landbouw, veranderingen in mobiliteit en internet komen aan bod.
De kwaliteit van de leefomgeving in dorpen wordt steeds meer afhankelijk van de lokale inzet van bewoners. In mooie dorpen gaat dat makkelijker dan in minder mooie dorpen. Dat heeft vooral te maken met de sterkere sociale en culturele binding van bewoners.