Hoeveel is 3+3+1? Een simpele rekensom: overal ter wereld is dat 7, maar in België is dat 6. Want België is het land van het surrealisme (daarover een andere keer meer) en Brussel de hoofdstad van het surrealisme.
Het Brusselse Molenbeek toont aan wat er kan gebeuren als kwetsbare wijken en hun bewoners aan hun lot worden overgelaten.’ Het is een klein zinnetje in de laatste Geografie (april) aan het einde van een bespreking van het proefschrift van Gerard van Bortel en het heeft eigenlijk weinig van doen met Van Bortels werk, maar toch steekt het.
Waar kun je mooier fietsen dan in de bergen? De wisselende uitzichten, het vermoeiende malen met de benen, het passeren van de boomgrens, de bevrediging van het boven komen. En waar kan dat passender dan in Italië, het land van de katholieke, volkse, ijdele wielercultuur? Zeg het me.
We raken niet uitgepraat over voedsel. Sterrenkoks, dieetgoeroes en kookboekenschrijvers zijn de nieuwe helden. Bijna wekelijks verschijnt er nieuw superfood, vaak een oude groente of fruitsoort getooid met een nieuwe naam. Voedsel is ook een goede graadmeter geworden voor veranderingen in dorpen, steden en wijken: opeens adverteert de bakker met speltbrood, duiken er winkels met speciaalbier op en zetten restaurants quinoasalade op het menu.
Fysisch geografen en aardwetenschappers willen hun kennis delen met de samenleving – ook via andere beroeps groepen. In deze reeks passeerden deltamanagers, tourgidsen, natuurgidsen, stadsecologen en bestuurders de revue. We sluiten af met de pabo. Daar worden immers door hoog opgeleide aardrijkskundedocenten de toekomstige leraren basisonderwijs klaargestoomd om jonge kinderen te leren met een geografische blik naar hun leefomgeving te kijken.
In de vier Napolitaanse romans schetst Elena Ferrante het leven van Lila en Lenú, die in de jaren 1940 samen opgroeien in een achterbuurt van Napels. In deel 2 gaan de levens van de twee jonge vrouwen dramatisch uit elkaar lopen.
In de Napolitaanse romans schetst Elena Ferrante het leven van twee vrouwen die in de jaren 1940 samen opgroeien in een achterbuurt van Napels en vanaf hun 16e ieder hun weg gaan. Hoofdstuk voor hoofdstuk komt de stad in deel één tevoorschijn. en naarmate de welvaart in het buurtje toeneemt, wordt ook de wereld van de bewoners groter.
Is er binnen politiek en bestuur voldoende aardkundige kennis aanwezig om er zeker van te zijn dat de toekomst van ons landschap, van onze planeet, in goede handen is? Volgens planoloog en bestuurder Marijke van Schendelen zijn beleidsmakers geen alweters. Belangrijk is dat ze zich laten informeren door een deskundige staf en goede netwerken. Fysisch geografen moeten hun expertise ook beschikbaar stellen buiten de wetenschappelijke wereld.
Ik ben bepaald niet van de VVD, ik klim ook niet in de pen om het KNMI op zijn nummer te zetten, maar ik vind wel dat Hans de Jong als fysisch geograaf voor zijn verhaal in het februarinummer van Geografie wat verder terug had moeten kijken dan de Kleine IJstijd. De gletsjers worden wereldwijd kleiner, dat is correct. Ik heb er zelf ook vele voorbeelden van gezien in de Alpen, de Andes, de Kaukasus, de Altai, in Alaska, op Spitsbergen, Groenland en Antarctica. Maar er is nog niets bijzonders aan de gang, niets unprecedented, zonder weerga. Een paar voorbeelden.
Het Westland is lelijk, toch fietst Frank van dam er graag. Sterker nog, hij vindt het er prachtig.